VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
115. RECHT OP <strong>VRIJ</strong>E BRIEFWISSELING (ART. 8 EVRM) – In het arrest Campbell t. Verenigd<br />
Koninkrijk bevestigde het EHRM op grond van art. 8 EVRM dat het beginsel van vrij overleg<br />
ook geldt voor de briefwisseling die de verdachte met zijn raadsman voert 491 , in welk opzicht<br />
“routine scrutiny […] is not in keeping with the principles of confidentiality and professional<br />
privilege attaching to relations between a lawyer and his client” 492 . Opvallend is dat het Hof<br />
hierbij “geen onderscheid [maakt] naargelang van de inhoud van de correspondentie” 493 ,<br />
zodat ook briefwisseling die geen betrekking heeft op een hangend rechtsgeding, een<br />
geprivilegieerde positie geniet 494 . Het Hof leidde het recht op vrije briefwisseling met de<br />
raadsman evenwel niet af uit art. 6 EVRM, maar wel uit art. 8 EVRM, zodat een beperking<br />
ervan moet voldoen aan de klassieke drieledige toets van legaliteit, legitimiteit en<br />
noodzakelijkheid in een democratische samenleving. Daarrond ontwikkelde het EHRM in de<br />
zaak Campbell t. Verenigd Koninkrijk een aantal duidelijke voorwaarden 495 . Een brief<br />
afkomstig van of gericht aan de raadsman van de verdachte, mag enkel worden geopend in het<br />
bijzijn van de gedetineerde en wanneer sprake is van “reasonable cause to believe that it<br />
contains an illicit enclosure which the normal means of detection have failed to disclose” 496 .<br />
Het lezen van de brief is volgens het Hof enkel toelaatbaar in uitzonderlijke omstandigheden<br />
“when the authorities have reasonable cause to believe that the privilege is being abused in<br />
that the contents of the letter endanger prison security or the safety of others or are otherwise<br />
of a criminal nature” 497 . Gelet op die bewoordingen, lijkt het onderscheppen van<br />
briefwisseling tussen de verdachte en zijn raadsman ons enkel aanvaardbaar als<br />
veiligheidsmaatregel teneinde toekomstige misdrijven te vermijden, doch niet als<br />
onderzoeksmaatregel teneinde een reeds gepleegd misdrijf te kunnen vervolgen. In die zin kan<br />
worden verwezen naar de zaak Schönenberger & Durmaz t. Zwitserland, waarin een brief<br />
afkomstig van de raadsman van een verdachte, werd gestopt door het Openbaar Ministerie,<br />
omdat hij de raad bevatte dat het ‘in zijn voordeel’ zou spelen geen enkele verklaring af te<br />
leggen, hetgeen door het EHRM werd veroordeeld, daar de brief niets meer deed dan de<br />
491 G. SMAERS, Gedetineerden en mensenrechten in Ius Commune, Antwerpen, Maklu, 1994, 257.<br />
492 EHRM 25 maart 1992, Campbell/Verenigd Koninkrijk, http://www.echr.coe.int, §47.<br />
493 Y. <strong>VAN</strong> D<strong>EN</strong> BERGE, Uitvoering van vrijheidsstraffen en rechtspositie van gedetineerden in Bibliotheek<br />
strafrecht Larcier, Brussel, Larcier, 2006, 80; G. SMAERS, Gedetineerden en mensenrechten in Ius<br />
Commune, Antwerpen, Maklu, 1994, 258.<br />
494 P. CLITEUR, Nederlands recht, Deventer, Kluwer, 2005, 98; supra nr. 40.<br />
495 G. SMAERS, Gedetineerden en mensenrechten in Ius Commune, Antwerpen, Maklu, 1994, 258; Y. <strong>VAN</strong> D<strong>EN</strong><br />
BERGE, Uitvoering van vrijheidsstraffen en rechtspositie van gedetineerden in Bibliotheek strafrecht Larcier,<br />
Brussel, Larcier, 2006, 80.<br />
496 EHRM 25 maart 1992, Campbell/Verenigd Koninkrijk, http://www.echr.coe.int, §48.<br />
497 EHRM 25 maart 1992, Campbell/Verenigd Koninkrijk, http://www.echr.coe.int, §48.<br />
77