16.11.2014 Views

VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet

VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet

VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

ONDERZOEK<br />

verbod van vrij verkeer 205 . Wanneer aan een van de twee specifieke voorwaarden in art. 50 lid<br />

2 Ndl.Sv. voldaan is, lijkt een beperking van het vrije keuzerecht ons dan ook<br />

mensenrechtelijk aanvaardbaar.<br />

46. NAVOLGBAARHEID <strong>VAN</strong> HET NEDERLANDSE SYSTEEM – Toch rijst de vraag naar de<br />

toegevoegde waarde van een dergelijke regeling. Het lijdt immers weliswaar geen twijfel dat<br />

het in het Belgische recht nagenoeg volledig vrije verkeer tussen de verdachte en zijn<br />

raadsman in bepaalde gevallen een zeker risico inhoudt voor het strafonderzoek, maar dat is<br />

het geval voor nagenoeg alle rechten die men de verdachte gunt. De risico’s die de Belgische<br />

regeling inhoudt, werden tijdens de parlementaire werkzaamheden van de WVH samengevat<br />

in de volgende drie aandachtspunten. In de eerste plaats werd gewezen op mogelijke<br />

“inbreuken op de deontologie die opzettelijk door een advocaat kunnen worden gepleegd” 206 ,<br />

waartegen meteen de vraag kan worden opgeworpen of de bestaande tuchtrechtelijke en<br />

strafrechtelijke bepalingen niet reeds een voldoende ontradend effect bieden 207 . In de tweede<br />

plaats waarschuwde men voor eventuele onopzettelijke indiscreties, zoals de boekhouder die<br />

“uit de vragen die de advocaat te goeder trouw had gesteld, [kon] afleiden welke maatregelen<br />

[getroffen moesten] worden om het misdrijf te verbergen” 208 . Die problemen lijken ons echter<br />

evenmin oplosbaar met het systeem van een toegevoegd raadsman, vermits in vele gevallen<br />

de schade reeds geschied zal zijn en het risico voor het strafonderzoek derhalve niet meer<br />

bestaat. Bovendien kan ook de toegevoegde raadsman zelf onopzettelijke indiscreties begaan.<br />

Een derde en laatste argument, namelijk de opvatting dat “[h]et verbod van vrij verkeer […]<br />

des te meer noodzakelijk [is] wanneer meerdere betichten dezelfde raadsman hebben”, lijkt<br />

ons ten slotte moeilijk verzoenbaar met de opvatting van het EHRM dat “[t]here is nothing<br />

extraordinary in a number of defence counsel collaborating with a view to co-ordinating their<br />

defence strategy” 209 . Bovendien moet erop worden gewezen dat het systeem van de<br />

‘toegevoegde raadsman’ in de Nederlandse rechtsleer als onbevredigend wordt ervaren en<br />

bijvoorbeeld door MANNHEIMS wordt bestempeld als “[e]en voorbeeld van<br />

machtsconcentratie [in hoofde van het Openbaar Ministerie] die eerder vandaag dan morgen<br />

205 Supra nr. 38.<br />

206 Ontwerp van wet betreffende de voorlopige hechtenis: verslag namens de commissie voor de justitie<br />

uitgebracht door de heer ARTS, Parl.St. Senaat 1988-89, nr. 658-2, 75.<br />

207 Infra nrs. 106-107.<br />

208 Ontwerp van wet betreffende de voorlopige hechtenis: verslag namens de commissie voor de justitie<br />

uitgebracht door de heer ARTS, Parl.St. Senaat 1988-89, nr. 658-2, 75-76.<br />

209 EHRM 28 november 1991, S./Zwitserland, http://www.echr.coe.int, §49; infra nr. 114.<br />

33

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!