16.11.2014 Views

VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet

VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet

VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

ONDERZOEK<br />

wanneer de misdaad zwaarder is” 335 . Voor de voorlopige hechtenis zelf lijkt een strafdrempel<br />

ons nog verdedigbaar, daar de samenleving inderdaad een groter belang heeft bij het<br />

vasthouden van vermoedelijke daders van ernstige misdrijven, die immers in de regel een<br />

grotere schade zouden aanrichten wanneer zij tot dezelfde feiten zouden hervallen. Het verbod<br />

van vrij verkeer daarentegen, dat in geen geval kan bogen op vlucht- of recidivegevaar 336 , lijkt<br />

ons echter zeer moeilijk te kunnen worden gekoppeld aan een strafdrempel, zonder te<br />

vervallen in arbitraire strafwetgeving.<br />

c. Toepassingsgebied ratione temporis<br />

74. ONDERSCHEID MET DE DUUR <strong>VAN</strong> DE MAATREGEL – Het temporele toepassingsgebied van<br />

de maatregel moet o.i. scherp worden onderscheiden van de maximale geldingsduur ervan. De<br />

bewoordingen “[h]et verbod geldt ten hoogste voor drie dagen na het eerste verhoor” in art.<br />

20 §2 WVH, bieden immers geen uitsluitsel over de vraag op welk ogenblik de maatregel<br />

moet worden getroffen. Dat subtiele onderscheid tussen de duur van de maatregel en zijn<br />

temporele toepassingsgebied, wordt in de rechtsleer echter zelden zorgvuldig gemaakt. Zo<br />

houdt TIMMERMANS bijvoorbeeld voor dat de onderzoeksrechter gedurende de volledige<br />

driedaagse periode de mogelijkheid zou genieten een verbod van vrij verkeer op te leggen 337 ,<br />

hetgeen ook verdedigd lijkt te worden door de meer hedendaagse auteur PIEDBŒUF 338 . In dat<br />

opzicht zou hij zelfs nog 48 uur na het eerste verhoor het vrij verkeer kunnen verbieden, doch<br />

slechts voor de daarop volgende 24 uur.<br />

75. ONMIDDELLIJK NA HET EERSTE VERHOOR – Die opvatting kan o.i. echter niet worden<br />

gedeeld. Terecht wordt in de Novelles dan ook vermeld dat “[l’]interdiction de communiquer<br />

doit être ordonnée immédiatement après la première audition” 339 en blijkt ook BOUTMANS<br />

van mening dat het verbod slechts kan worden opgelegd “onmiddellijk na het eerste<br />

verhoor” 340 . De tijdsbepalingen in art. 20 WVH moeten immers in hun historische context<br />

worden beschouwd, namelijk toen het verbod van vrij verkeer nog kon worden opgelegd ten<br />

aanzien van de raadsman van de verdachte. Uit de samenlezing van art. 3 lid 1 WVH 1874 en<br />

art. 3 lid 2 WVH 1874 kan immers worden afgeleid dat het toenmalige verbod van vrij verkeer<br />

enkel onmiddellijk na het eerste verhoor kon worden opgelegd, vermits dat precies het<br />

335 E. KRINGS, “Overwegingen bij de toepassing van de wet op de voorlopige hechtenis”, RW 1984-85, (561)<br />

566.<br />

336 Infra nr. 81.<br />

337 G. TIMMERMANS, Étude sur la détention préventive, Gent, Hoste, 1878, 133.<br />

338 F. PIEDBŒUF, noot onder KI Luik 11 mei 1983, JL 1983, (413) 413-414.<br />

339 Novelles, Droit pénal, 454, nr. 133.<br />

340 E. BOUTMANS, Voorlopige hechtenis in Recht en praktijk, Antwerpen, Kluwer, 1985, 71.<br />

53

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!