VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
voortduren ervan zou aanvaarden en zal het allicht eisen dat toch enige vorm van<br />
communicatie wordt toegelaten, zij het bijvoorbeeld in de vorm van een bezoek onder<br />
toezicht 236 . Ook de European Prison Rules bevatten overigens de aanbeveling dat<br />
“[c]ommunication and visits may be subject to restrictions and monitoring necessary for the<br />
requirements of continuing criminal investigations”, maar dat “such restrictions, including<br />
specific restrictions ordered by a judicial authority, shall nevertheless allow an acceptable<br />
minimum level of contact” 237 .<br />
51. DOEL <strong>VAN</strong> DE MAATREGEL – Teneinde de draagwijdte van dit derde criterium te<br />
beoordelen, moeten uiteraard vooral die zaken worden bestudeerd waarin een in voorlopige<br />
hechtenis genomen verdachte in het belang van het onderzoek in volledige afzondering wordt<br />
geplaatst, hetgeen in het bijzonder het geval was in een drietal zaken voor de ECRM tegen<br />
Denemarken 238 , die alledrie uitmondden in een beslissing van onontvankelijkheid. In de zaak<br />
X. t. Denemarken leek de ECRM een isolatiemaatregel in de fase van het vooronderzoek,<br />
gemakkelijker te aanvaarden wanneer de verdachte beschuldigd wordt van ernstige<br />
misdrijven 239 , in casu drughandel. Zulks bleek nadien bevestigd in de zaken R. t. Denemarken<br />
en Hauschildt t. Denemarken, waarin de ECRM oordeelde dat “[t]he decision to isolate the<br />
applicant [was] justified by the nature of the charges against him” 240 , in casu moord en zware<br />
drugsmisdrijven resp. ernstige financiële fraude. Een dergelijke opvatting lijkt ons echter<br />
moeilijk verenigbaar met het absolute karakter van het folterverbod van art. 3 EVRM. Geheel<br />
terecht keerde het EHRM die rechtspraak dan ook de rug toe in zijn arrest Ramirez Sanchez t.<br />
Frankrijk, waarin het benadrukte dat “[t]he nature of the offence allegedly committed by the<br />
applicant is […] irrelevant for the purposes of Article 3” 241 . Voor het overige nam het EHRM<br />
in dit arrest echter de vroegere restrictieve ECRM-rechtspraak over in een samenvattend<br />
overzicht 242 , waaruit kan worden afgeleid dat het zich verder akkoord verklaart met het<br />
oordeel van de ECRM inzake isolatiemaatregelen in de onderzoeksfase, namelijk dat zulks in<br />
beginsel geen probleem vormt in het licht van art. 3 EVRM.<br />
236 EHRM 10 februari 2006, Argenti/Italië, http://www.echr.coe.int, §26-31.<br />
237 Rule 24.2 Recommendation Rec(2006)2 of the Committee of Ministers to member states on the European<br />
Prison Rules, https://wcd.coe.int/wcd/ViewDoc.jsp?id=955747.<br />
238 ECRM 9 oktober 1986, Hauschildt/Denemarken, DR, afl. 41, 86; ECRM 11 maart 1985, R./Denemarken,<br />
DR, afl. 41, 149; ECRM 16 december 1981, X./Denemarken, DR, afl. 27, 50.<br />
239 ECRM 16 december 1981, X./Denemarken, DR, afl. 27, (50) 54.<br />
240 ECRM 9 oktober 1986, Hauschildt/Denemarken, DR, afl. 41, (86) 97; ECRM 11 maart 1985,<br />
R./Denemarken, DR, afl. 41, (149) 154.<br />
241 EHRM 4 juli 2006, Ramirez Sanchez/Frankrijk, http://www.echr.coe.int, §116.<br />
242 EHRM 4 juli 2006, Ramirez Sanchez/Frankrijk, http://www.echr.coe.int, §115-125.<br />
37