VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
aan de verdachte moet worden betekend. Het verbod zou o.i. overigens het best worden<br />
betekend tezamen met het bevel tot aanhouding in de vorm voorgeschreven in art. 18<br />
WVH 382 .<br />
ii. Overschrijving in het register van de gevangenis<br />
87. SUBSTANTIËLE VORMVEREISTE OF LOUTERE FORMALITEIT? – Ingevolge art. 20 §2 WVH<br />
moet de beschikking van de onderzoeksrechter worden “overgeschreven in het register van de<br />
gevangenis”. Aldus rijst de vraag wat de sanctie is wanneer een dergelijke overschrijving niet<br />
of nog niet gebeurd is. Daarover stelt TIMMERMANS dat “[e]n l’absence de la formalité de la<br />
transcription, [la famille] de l’inculpé [peut] communiquer avec lui dans les limites des<br />
règlements de la prison, sans intervention de l’autorité judiciaire” 383 , hetgeen werd<br />
overgenomen door latere encyclopedische rechtsleer 384 . Ook BOUTMANS blijkt van oordeel<br />
dat het verbod slechts geldt “zo het in het gevangenisregister is overgeschreven” 385 . Ten slotte<br />
oordeelde ook het hof van beroep te Brussel reeds in 1854 dat “[e]n l’absence de ces<br />
formalités, la famille reste libre de communiquer dans les limites des règlements de la<br />
prisons” 386 . Die opvatting kan o.i. echter niet worden gedeeld om een drietal redenen. In de<br />
eerste plaats moet worden gewezen op het feit dat art. 618 Sv. een gevangenisbewaarder die<br />
de toegang weigert tot een gevangene, er slechts toe verplicht de registers over te leggen aan<br />
de politierechter. Aan andere personen moet hij slechts het bevel zelf vertonen dat hem zulks<br />
verbiedt, waaruit kan worden afgeleid dat de verplichte overschrijving in het<br />
gevangenisregister veeleer tot doel heeft een hiërarchische controle toe te laten, dan dat men<br />
er zich in een individueel geval op zou kunnen beroepen om een bepaalde nietigheid op te<br />
werpen. Bovendien heeft de wetgever zelf bij de invoering van deze formaliteit in art. 29<br />
WVH 1852 benadrukt dat “[c]et article prescrit une mesure d’ordre […]; le contrôle est ainsi<br />
plus facile et plus sûr” 387 . Ten slotte mag o.i. de waarde niet worden onderschat van de<br />
komma in art. 20 §2 WVH tussen de woorden ‘beschikking’ en ‘die’, die taalkundig wijst op<br />
een bijzin van ondergeschikt belang. De Belgische rechtspraktijk blijkt zich echter minder<br />
exegetisch op te stellen en erkent de overschrijving in het gevangenisregister als een<br />
substantiële vormvereiste, bij gebreke waarvan de verdachte in de regel geen contact kan<br />
worden verboden met de buitenwereld.<br />
382 Supra nr. 77.<br />
383 G. TIMMERMANS, Étude sur la détention préventive, Gent, Hoste, 1878, 137.<br />
384 RPDB, v° Détention préventive, 715, nr. 121; Novelles, Droit pénal, 454, nr. 142.<br />
385 E. BOUTMANS, Voorlopige hechtenis in Recht en praktijk, Antwerpen, Kluwer, 1985, 72.<br />
386 Brussel 24 maart 1854, Pas. 1854, II, 397.<br />
387 Loi du 20 février 1852 sur la détention préventive, Pasin. 1852, XXII, nr. 64, 83.<br />
61