VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
“van de aalmoezenier, islamconsulent of van de moreel consulent en van de personeelsleden<br />
van de inrichting”.<br />
58. G<strong>EN</strong>EESHEER – Evenmin verhindert een verbod van vrij verkeer o.i. het bezoek van de<br />
aan de gevangenis verbonden geneesheer overeenkomstig art. 96 e.v. ARS. Hierbij moet o.i.<br />
echter worden opgemerkt dat art. 86 ARS bepaalt dat “[d]e geneesheer […] dagelijks de<br />
gedetineerden, die in een strafcel zijn geplaatst, [moet] bezoeken”, terwijl zulks niet is<br />
voorgeschreven voor de verdachte onder verbod van vrij verkeer. Ofschoon de opsluiting in<br />
een strafcel inhoudelijk een ‘zwaardere’ maatregel uitmaakt dan het verbod van vrij<br />
verkeer 273 , lijkt het ons wenselijk het dagelijks bezoek van de geneesheer uit te breiden tot de<br />
verdachten ten aanzien van wie een verbod van vrij verkeer werd uitgesproken, waarmee<br />
immers, meer dan vandaag de dag het geval is, het hoofd zou worden geboden aan de<br />
mensenrechtelijke verplichting tot “regular monitoring of the prisoner’s physical and mental<br />
condition” 274 .<br />
59. BRIEFWISSELING MET PERSON<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> INSTANTIES VERMELD IN ART. 57 WIRP – Daarnaast<br />
bevat art. 57 WIRP een lijst van personen en instanties waarmee de verdachte<br />
ongecensureerde briefwisseling mag voeren, die in grote mate overeenkomt met die van art.<br />
24 ARS, op één punt na, namelijk dat in art. 57 WIRP ook de Stafhouder van de Orde van<br />
advocaten wordt vermeld. Aldus rijst de vraag of een verbod van vrij verkeer het recht van de<br />
verdachte op briefwisseling met die personen en instanties, alsnog verhindert of niet. Onder<br />
het vroegere regime van art. 24 ARS stelde <strong>VAN</strong> D<strong>EN</strong> BERGE reeds dat “[o]ok gedetineerden<br />
die het voorwerp uitmaken van een verbod van vrij verkeer […] met deze personen of<br />
overheden briefwisseling [mogen] voeren” 275 en ook SMAERS was van oordeel dat “[h]et door<br />
art. 24 §1 [ARS] gegarandeerde recht […] een absoluut recht [is]” 276 . Die opvatting lijkt ons<br />
inderdaad navolgbaar, daar art. 24 §1 ARS de verduidelijking bevat dat het recht op<br />
ongecensureerde briefwisseling “te allen tijde” geldt, “zelfs wanneer de mogelijkheid om met<br />
de buitenwereld te corresponderen hun bij wijze van straf ontzegd is”. In het huidige art. 57<br />
WIRP zijn die inleidende bewoordingen, die aan de lijst van art. 24 ARS een absoluut<br />
karakter verleenden, echter niet mee overgenomen, zodat de vraag kan worden gesteld of die<br />
interpretatie vandaag de dag nog steeds voldoende grondslag geniet. Zulks lijkt ons evenwel<br />
273 Supra nr. 27.<br />
274 EHRM 7 januari 2010, Onoufriou/Cyprus, http://www.echr.coe.int, §70; EHRM 4 juli 2006, Ramirez<br />
Sanchez/Frankrijk, http://www.echr.coe.int, §139; supra nr. 53.<br />
275 Y. <strong>VAN</strong> D<strong>EN</strong> BERGE, Uitvoering van vrijheidsstraffen en rechtspositie van gedetineerden in Bibliotheek<br />
strafrecht Larcier, Brussel, Larcier, 2006, 76.<br />
276 G. SMAERS, Gedetineerden en mensenrechten in Ius Commune, Antwerpen, Maklu, 1994, 157.<br />
42