VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ONDERZOEK<br />
de ouders en de vrienden van de verdachte werd het vrij verkeer overigens zelfs als<br />
grondrecht erkend 46 .<br />
12. DE NAPOLEONTISCHE WETGEVER – De napoleontische wetgever daarentegen, koos enkel<br />
voor een herneming van de algemene bepaling dat “[le] juge d’instruction et le président des<br />
assises pourront […] donner respectivement tous les ordres qui devront être exécutés dans les<br />
maisons d’arrêt et de justice, et qu’ils croiront nécessaires, soit pour l’instruction, soit pour<br />
le jugement” 47 en van de strafbaarstelling in hoofde van de gevangenisbewaker die het vrij<br />
verkeer weigerde zonder een rechterlijk bevel te kunnen voorleggen 48 . Beide bepalingen<br />
vonden tijdens de Franse overheersing hun weg naar het Belgische Wetboek van<br />
Strafvordering als het vroegere art. 613 lid 2 Sv. en het huidige art. 618 Sv., zodat zowel<br />
verbod als beperking van vrij verkeer aanvankelijk hun grondslag vonden in de bijzonder<br />
ruime bevoegdheid van de onderzoeksrechter om iedere maatregel te bevelen die hij<br />
noodzakelijk achtte voor het strafonderzoek.<br />
13. MISBRUIK<strong>EN</strong> <strong>VAN</strong> HET <strong>VERBOD</strong> <strong>VAN</strong> <strong>VRIJ</strong> <strong>VERKEER</strong> LEIDD<strong>EN</strong> TOT DE FACTO<br />
OPSECREETSTELLING<strong>EN</strong> – Het behoeft geen betoog dat een dergelijke ‘open norm’-werkwijze<br />
in de praktijk aanleiding gaf tot bijzonder grote moeilijkheden. Zo rezen, zowel in België als<br />
in Frankrijk, vrijwel meteen ernstige klachten over al dan niet bewuste misbruiken van het<br />
verbod van vrij verkeer 49 . In een aantal gevallen betekende zulks zelfs een feitelijke terugkeer<br />
naar de opsecreetstelling van het Ancien Régime, zoals in de beruchte zaak Rosalie DOIZE,<br />
die gedurende twee maanden werd opgesloten “dans un cachot [noir] qui manquait d’air et<br />
de lumière” 50 . Hierbij moet o.i. evenwel een belangrijk onderscheid worden gemaakt tussen<br />
de onderzoeksmaatregel de iure, zoals die door het recht erkend en begrensd wordt, en de<br />
vaak foutieve wijze waarop die maatregel de facto in de praktijk werd ingevuld. Terecht<br />
merkt HÉLIE dan ook op dat het de misbruiken waren van het verbod van vrij verkeer “qui ont<br />
élevé les plaintes” 51 en niet zozeer het verbod van vrij verkeer op zichzelf. Wanneer bijgevolg<br />
vanaf de negentiende eeuw sprake was van feitelijke omstandigheden die overeenkwamen<br />
met die van een opsecreetstelling, kon o.i. hoogstens sprake zijn van een opsecreetstelling de<br />
46 Art. 80 Constitution du 22 frimaire an VIII, aangehaald door D. DALLOZ (ed.), Répertoire méthodique et<br />
alphabétique de législation, de doctrine et de jurisprudence, XVIII, Parijs, Bureau de la Jurisprudence<br />
générale du royaume, 1850, 314.<br />
47 Art. 613 al. 2 Code d’instruction criminelle du 17 novembre 1808, Bull.Off. 27 novembre 1808, 214bis.<br />
48 Art. 618 Code d’instruction criminelle du 17 novembre 1808, Bull.Off. 27 novembre 1808, 214bis.<br />
49 Loi du 20 avril 1874 relative à la détention préventive, Pasin. 1874, IX, nr. 92, 149-151; F. HÉLIE, Traité de<br />
l’instruction criminelle ou théorie du code d’instruction criminelle, II, Brussel, Bruylant, 1865, 442.<br />
50 Annales du Sénat et du Corps Législatif, IX, Parijs, l’Administration du Moniteur Universel, 1865, 71.<br />
51 F. HÉLIE, Traité de l’instruction criminelle ou théorie du code d’instruction criminelle, II, Brussel, Bruylant,<br />
1865, 442.<br />
9