VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
lijkt die berisping ons inderdaad niet geheel ongegrond. Zo worden in het ressort Gent per jaar<br />
gemiddeld 198 beschikkingen tot weigering van vrij verkeer uitgesproken, hetgeen meer is<br />
dan het jaarlijkse gemiddelde van de ressorten Brussel, Bergen en Luik tezamen. Bovendien<br />
beantwoordt aan wel 10,59% van de Gentse aanhoudingsmandaten, ook een verbod van vrij<br />
verkeer, terwijl dat aandeel in de andere ressorten gevoelig lager ligt.<br />
1. Inhoud van de maatregel<br />
26. <strong>VRIJ</strong>HEIDSB<strong>EN</strong>EM<strong>EN</strong>DE ONDERZOEKSMAATREGEL – Overeenkomstig art. 20 §2 WVH kan<br />
het verbod van vrij verkeer enkel worden opgelegd “[w]anneer zulks voor het onderzoek<br />
noodzakelijk is”. Meer nog dan de voorlopige hechtenis zelf, moet het verbod van vrij<br />
verkeer, evenals de vroegere opsecreetstelling 93 , dan ook beschouwd worden als een<br />
onderzoekshandeling 94 en niet als straf 95 , noch als veiligheidsmaatregel. Als<br />
‘vrijheidsbenemende maatregel’ in de zin van art. 2, 3° WIRP, valt het verbod van vrij<br />
verkeer bovendien onder het toepassingsgebied van de WIRP, zodat de uitvoering ervan o.i.<br />
onderworpen is aan de relevante bepalingen ervan 96 . In die zin merkt ook M<strong>EN</strong>NES op dat art.<br />
10 WIRP veronderstelt dat “elke schijn moet worden vermeden dat [de] vrijheidsbeneming<br />
het karakter van een straf heeft” 97 . Zulks heeft ook tot gevolg dat de uitvoeringsbepalingen<br />
van het algemeen reglement van de strafinrichtingen (hierna: ‘ARS’) die betrekking hebben<br />
op het verbod van vrij verkeer 98 , moeten worden geïnterpreteerd in overeenstemming met de<br />
WIRP en dat latere wijzigingen aan dat reglement er geen afbreuk aan kunnen doen.<br />
27. ZUIVER COMMUNICATIE<strong>VERBOD</strong> – Inhoudelijk beperkt het verbod van vrij verkeer zich<br />
tot een zuiver communicatieverbod. De verdachte wordt immers slechts één zaak ontnomen,<br />
namelijk “la communication avec les personnes du dehors” 99 en met medegedetineerden 100 .<br />
Een belangrijk gevolg daarvan is dat de zogenaamde ‘strafcel’ o.i. niet kan worden gehanteerd<br />
93 Supra nr. 8.<br />
94 F. HÉLIE, Traité de l’instruction criminelle ou théorie du code d’instruction criminelle, II, Brussel, Bruylant,<br />
1865, 442.<br />
95 G. TIMMERMANS, Étude sur la détention préventive, Gent, Hoste, 1878, 125; Novelles, Droit pénal, 453, nr.<br />
130; RPDB, v° Détention préventive, 715, nr. 117; Pand.b., v° Détention préventive, 754, nr. 234.<br />
96 Art. 5, 6 en 10-13 basiswet 12 januari 2005 betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de<br />
gedetineerden, BS 1 februari 2005, 2815.<br />
97 I. M<strong>EN</strong>NES, “Art. 20 WVH” in M. DE BUSSCHER, J. MEESE, D. <strong>VAN</strong> DER KEL<strong>EN</strong> en J. VERBIST (eds.),<br />
Strafprocesrecht in Wet en duiding, Brussel, Larcier, 2010, (552) 553.<br />
98 Art. 17-18, 24 §2, 30-31 en 92 KB 21 mei 1965 houdende algemeen reglement van de strafinrichtingen, BS 25<br />
mei 1965.<br />
99 Loi du 20 avril 1874 relative à la détention préventive: extrait du rapport sur l’avant-projet de la commission<br />
de révision, Pasin. 1874, IX, nr. 92, 154; G. TIMMERMANS, Étude sur la détention préventive, Gent, Hoste,<br />
1878, 120.<br />
100 Infra nr. 56 et seq.<br />
17