VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ONDERZOEK<br />
onderzoeksgerecht of van het Hof van Cassatie” 605 , zulks in tegenstelling tot het Nederlandse<br />
recht 606 . Na cassatie met verwijzing zal de kamer van inbeschuldigingstelling o.i., naar<br />
analogie met art. 31 §4 WVH, binnen de termijn van vijftien dagen ook uitspraak moeten<br />
doen over de beperking van vrij verkeer, bij gebreke waarvan zij als opgeheven moet worden<br />
beschouwd. Wordt het cassatieberoep verworpen, dan zal ook de raadkamer zich o.i.,<br />
ingevolge art. 31 §5 WVH, binnen vijftien dagen moeten uitspreken over de beperking van<br />
vrij verkeer, wederom op straffe van opheffing van de maatregel.<br />
155. RECHTSVERGELIJKING – De Belgische regeling in art. 20 §6 WVH bevat opvallende<br />
gelijkenissen met de hierboven reeds besproken Nederlandse procedure op bezwaarschrift,<br />
zoals geregeld door art. 62 lid 4 Ndl.Sv. 607 . Toch zijn er o.i. twee belangrijke verschilpunten.<br />
In de eerste plaats geniet noch de neerlegging van het verzoekschrift, noch het latere hoger<br />
beroep of cassatieberoep schorsende werking, terwijl dat in het Nederlandse recht wel het<br />
geval is, tenzij de bevoegde autoriteit van oordeel is dat een onmiddellijke uitvoering<br />
volstrekt noodzakelijk is in het belang van het onderzoek. Aangezien een beperking van vrij<br />
verkeer, in tegenstelling tot het verbod ervan, niet noodzakelijkerwijs in het begin van het<br />
strafonderzoek moet worden opgelegd 608 , lijkt de invoering van een dergelijk systeem ons niet<br />
onmogelijk, hoewel het o.i. slechts een beperkte toegevoegde waarde zou bieden 609 . Een<br />
tweede belangrijk verschilpunt is dat de Nederlandse rechtbank waarbij het bezwaarschrift<br />
wordt ingediend, niet pas over de beperkingsmaatregel oordeelt wanneer zij ook de<br />
voorlopige hechtenis zelf beoordeelt 610 . Die vaststelling leidt inderdaad tot het besluit dat in<br />
het Belgische recht sprake is van een ongelijke behandeling tussen twee nochtans zeer<br />
vergelijkbare rechtsonderhorigen. De verdachte die een beperking van vrij verkeer krijgt<br />
opgelegd kort nadat de raadkamer over zijn verdere aanhouding beslist heeft, moet immers<br />
bijna een maand wachten op een mogelijke opheffing ervan, terwijl wanneer de<br />
beperkingsmaatregel kort vóór zijn verschijning voor de raadkamer zou zijn opgelegd, de<br />
mogelijke opheffing reeds over een aantal dagen kan gebeuren. Het lijkt ons dan ook niet<br />
onwaarschijnlijk dat de automatische koppeling van de uitspraak van het onderzoeksgerecht<br />
over de beperkingsmaatregel aan die over de voorlopige hechtenis zal worden aangevochten<br />
605 Eindverslag van de commissie ‘basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden’: verslag<br />
namens de commissie voor de justitie uitgebracht door de heren Vincent DECROLY en Tony <strong>VAN</strong> PARYS,<br />
Parl.St. Kamer 2000-01, nr. 50-1076/001, 144.<br />
606 Supra nr. 102.<br />
607 Supra nr. 102.<br />
608 Supra nr. 136.<br />
609 Supra nr. 102.<br />
610 C. CLEIR<strong>EN</strong> en J. NIJBOER, Strafvordering: tekst & commentaar, Deventer, Kluwer, 2009, 267.<br />
98