VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
ONDERZOEK<br />
alsnog het geval. Uit geen enkele bepaling blijkt immers dat de wetgever van de vroegere<br />
regeling heeft willen afwijken. Bovendien werd tijdens de parlementaire werkzaamheden van<br />
de WIRP uitdrukkelijk verwezen naar art. 24 ARS 277 . Toch getuigt de wetgeving op dit vlak<br />
van weinig elegantie. Naast het wegvallen van de bewoordingen ‘te allen tijde’, heeft de<br />
WIRP immers nog een tweede legistiek probleem gecreëerd, namelijk dat art. 20 §5 lid 2<br />
WVH enkel voor de beperking van vrij verkeer verwijst naar de lijst van art. 57 WIRP, zodat<br />
men a contrario zou kunnen argumenteren dat die uitzonderingsgevallen blijkbaar niet gelden<br />
voor een verbod van vrij verkeer. Een meer algemeen verwoorde uitzonderingsbepaling lijkt<br />
ons dan ook geen overbodigheid.<br />
60. BEZOEK <strong>VAN</strong> PERSON<strong>EN</strong> <strong>EN</strong> INSTANTIES VERMELD IN ART. 57 WIRP – Op het eerste gezicht<br />
lijkt het verbod van vrij verkeer daarentegen wel het bezoek te verhinderen van de personen<br />
en instanties vermeld in art. 57 WIRP, daar zowel art. 57 WIRP als art. 24 ARS – en<br />
overigens ook art. 20 §5 lid 2 WVH – enkel gewag maken van vrije ‘briefwisseling’. Hierbij<br />
moet evenwel worden gewezen op een vroegere ministeriële omzendbrief, die bepaalde dat<br />
“[n]aar analogie van het bepaalde inzake schriftelijk verkeer van [art. 24 §1 ARS], kan<br />
worden gesteld dat de betrokkenen het bezoek mogen ontvangen van d (sic) voorzitter van de<br />
Bestuurscommissie en van de maandcommissaris” 278 . Aangezien wederom uit geen enkele<br />
bepaling blijkt dat de wetgever van die regeling heeft willen afwijken, lijkt het erop dat ook<br />
onder het huidige regime van art. 57 WIRP, een bezoek van die instanties, opgesomd in art.<br />
57 §1, 7° WIRP, niet wordt verhinderd door een verbod van vrij verkeer. Terecht merkt <strong>VAN</strong><br />
D<strong>EN</strong> BERGE immers op dat die omzendbrief steunde op de algemene overweging dat hun<br />
bezoek “kadert binnen het toezicht op het regime in de gevangenis dat aan de commissies<br />
wordt opgedragen” 279 . Opnieuw echter 280 waarborgen art. 113 §3 en 137 §3 WIRP het vrije<br />
bezoekrecht van “[d]e personen of instanties die belast zijn met het toezicht en de controle<br />
over de gevangenissen of de tenuitvoerlegging van de vrijheidsstraf of vrijheidsbenemende<br />
maatregel” enkel voor gedetineerden in een veiligheids- of strafcel. Ook op dit punt lijkt een<br />
uitbreiding tot verdachten onder verbod van vrij verkeer ons meer dan wenselijk.<br />
277 Eindverslag van de commissie ‘basiswet gevangeniswezen en rechtspositie van gedetineerden’: verslag<br />
namens de commissie voor de justitie uitgebracht door de heren Vincent DECROLY en Tony <strong>VAN</strong> PARYS,<br />
Parl.St. Kamer 2000-01, nr. 50-1076/001, 230.<br />
278 Omz. Bestuur van Strafinrichtingen, nr. 1479/VII van 11 september 1984 betreffende gedetineerden<br />
onderworpen aan een wettelijk verbod van vrij verkeer, http://www.just.fgov.be; Y. <strong>VAN</strong> D<strong>EN</strong> BERGE,<br />
Uitvoering van vrijheidsstraffen en rechtspositie van gedetineerden in Bibliotheek strafrecht Larcier,<br />
Brussel, Larcier, 2006, 83-84.<br />
279 Y. <strong>VAN</strong> D<strong>EN</strong> BERGE, Uitvoering van vrijheidsstraffen en rechtspositie van gedetineerden in Bibliotheek<br />
strafrecht Larcier, Brussel, Larcier, 2006, 84.<br />
280 Supra nr. 58.<br />
43