VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
VERBOD EN BEPERKING VAN VRIJ VERKEER - Advocatennet
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
ONDERZOEK<br />
62. NAAR E<strong>EN</strong> UITBREIDING <strong>VAN</strong> DE UITZONDERING<strong>EN</strong>? – Tijdens de parlementaire<br />
werkzaamheden van de WVH, werd verwezen naar het voorstel van de heer BLANPAIN “die<br />
de mogelijkheid tot vrij verkeer met de advocaat wou uitbreiden tot de hulpverleners die op<br />
grond van de bijzondere wet van 8 augustus 1980 instaan voor de sociale hulp aan<br />
gedetineerden met het oog op hun sociale reïntegratie” 289 . Hierbij kan o.i. echter de vraag<br />
worden gesteld of sociale reïntegratie wel een primordiale overweging moet zijn in dit prille<br />
stadium van de voorlopige hechtenis. Toch lijkt de positie van de maatschappelijk<br />
medewerker in dezen aan terrein te winnen. Zo leefde ook in de commissie FRANCHIMONT de<br />
gedachte dat “het misschien nuttig zou zijn te voorzien dat de rechter kan beslissen<br />
privéboodschappen te laten overbrengen bijvoorbeeld door een sociaal assistent” 290 .<br />
Daarnaast had de Orde van Vlaamse Balies voorgesteld de verdachte onder verbod van vrij<br />
verkeer “het recht te geven om zijn ambassade in België […] in te lichten zodat deze de<br />
naasten of derden van de aangehouden persoon kan inlichten over de aanhouding” 291 , gelet<br />
op de specifieke taalproblematiek van buitenlandse gevangenen.<br />
63. RECHT OP K<strong>EN</strong>NISGEVING AAN FAMILIELED<strong>EN</strong>? – Hierboven werd reeds besloten dat het<br />
recht van de verdachte op kennisgeving van zijn aanhouding aan zijn familieleden, door een<br />
heel aantal mensenrechtelijke instanties als grondrecht wordt erkend op basis van art. 8<br />
EVRM 292 . Geheel terecht stelde de commissie FRANCHIMONT dan ook voor dat “de persoon<br />
die van zijn vrijheid is benomen, […] een naaste of bij gebrek aan een naaste een derde naar<br />
keuze [kan] inlichten over zijn aanhouding aan de hand van het meest aangewezen<br />
communicatiemiddel”, doch met deze correctie dat “[i]ndien […] kan worden gevreesd dat<br />
deze mededeling collusie tussen de aangehouden persoon en zijn gesprekpartner tot gevolg<br />
kan hebben, […] de magistraat die de vrijheidsbeneming heeft bevolen, de officier van<br />
gerechtelijke politie [belast] om zelf de mededeling te voeren” 293 . Een dergelijke wijziging<br />
kon zich volgens de commissie “inschrijven in de minimumnormen die de Raad van Europa<br />
289 Ontwerp van wet betreffende de voorlopige hechtenis: verslag namens de commissie voor de justitie<br />
uitgebracht door de heer ARTS, Parl.St. Senaat 1988-89, nr. 658-2, 82.<br />
290 Wetsvoorstel houdende het Wetboek van strafprocesrecht: verslag namens de commissie voor de justitie<br />
uitgebracht door mevrouw DE T’ SERCLAES, mevrouw LALOY en de heer WILLEMS (deel I), Parl.St. Senaat<br />
2005-06, nr. 3-450/20, 461.<br />
291 Wetsvoorstel houdende het Wetboek van strafprocesrecht: verslag namens de commissie voor de justitie<br />
uitgebracht door mevrouw DE T’ SERCLAES, mevrouw LALOY en de heer WILLEMS (deel I), Parl.St. Senaat<br />
2005-06, nr. 3-450/20, 1384.<br />
292 Supra nr. 55.<br />
293 Wetsvoorstel houdende het Wetboek van strafprocesrecht: tekst aangenomen door de commissie voor de<br />
justitie, Parl.St. Senaat 2005-06, nr. 3-450/21, 132; O. MICHIELS, D. CHICHOYAN en P. THEVISS<strong>EN</strong>, La<br />
détention préventive in Criminalis, Louvain-la-Neuve, Anthemis, 2010, 52.<br />
45