Welstandsnota Rotterdam - Dakkapel prijzen vergelijken
Welstandsnota Rotterdam - Dakkapel prijzen vergelijken
Welstandsnota Rotterdam - Dakkapel prijzen vergelijken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
5.4<br />
Tuindorpen<br />
A Typebeschrijving<br />
Type<br />
In 1902 werd de Woningwet ingevoerd. Vanaf<br />
dat moment tot ongeveer 1950 kwamen er op<br />
verscheidene locaties in de stad vrij ruim opgezette<br />
en groene arbeiders- en middenstandswijken<br />
tot stand.<br />
De wijken die dateren uit de jaren ’20 en ’30<br />
van de 20ste eeuw zijn gebaseerd op de tuindorpgedachte.<br />
Centraal daarin stond het creëren<br />
van een dorpse, rustige en groene woonomgeving<br />
voor de arbeidersklasse. De buurten<br />
werden gerealiseerd door woningbouwcorporaties<br />
op sociaaldemocratische grondslag.<br />
In de latere tuindorpen is de tuindorpgedachte<br />
alleen nog in ‘verdunde’ vorm aanwezig.<br />
Onder dit type vallen hier dus zowel klassieke<br />
tuindorpen waar structuur, bebouwing en groen<br />
een afgerond geheel vormen, als woongebieden<br />
van na 1945 waar het tuindorpkarakter is<br />
gereduceerd tot een relatief ruime opzet en de<br />
eengezinswoning met voor- en achtertuin de<br />
dominante woonvorm is.Bij de tuindorpen van<br />
vóór 1940 is er sprake van een eenheid in ontwerp:<br />
bebouwing, openbare ruimte en groen<br />
vormen een afgerond, samenhangend geheel.<br />
Zowel plattegrond als bebouwing dragen een<br />
duidelijk ontwerpstempel.De hiërarchische opbouw<br />
is eenvoudig en wordt versterkt door de<br />
bebouwing. De doorgaande/lengtestraten zijn<br />
primair, evenals de centrale openbare ruimte.<br />
Dwarsstraten, kleinere pleintjes e.d. zijn secundair.Bijzondere<br />
functies (verenigingsgebouw,<br />
bibliotheek, school) en vaak ook winkels zijn<br />
op centrale plekken gesitueerd of op speciaal<br />
daartoe in de plattegrond ontworpen ruimtes.<br />
Steeds bevinden de winkels zich in de plint van<br />
Tijdsperiode Kenmerken Ontwikkelingsgeschiedenis<br />
Van 1902 tot circa 1950 Stedenbouw<br />
• grote en kleinere<br />
• gesloten/half open bouwblok<br />
bouwstromen<br />
• stratenverkaveling<br />
• voor- en achtertuin<br />
Openbare ruimte<br />
• ontworpen groen in openbare ruimte<br />
• samenhang openbare ruimte – bebouwing<br />
• soms openbaar/collectief binnengebied<br />
• duidelijke begrenzingen/erfafscheidingen<br />
Architectuur<br />
• bindend: groen, kap, goot, herhaling gevels<br />
• 1 à 2 bouwlagen + kap: kleinschaligheid<br />
• per straat en/of wijk<br />
het bouwblok, vaak met woningen erboven.<br />
De straten bestaan uit rijen woningen die<br />
meestal een voortuin hebben en variëren in<br />
lengte. In principe hebben de bouwblokken<br />
een binnenterrein dat bestaat uit privétuinen<br />
of dat (van oorsprong) gemeenschappelijk is.<br />
Typerend voor <strong>Rotterdam</strong> is dat de binnenterreinen<br />
via een achterpad bereikbaar zijn.<br />
Langs de paden staan hagen.De hoeken van<br />
de bouwblokken zijn soms vormgegeven met<br />
losstaande teruggelegde bebouwing, waardoor<br />
zicht is op het achtergelegen binnengebied.<br />
Ook komen hoekoplossingen voor met<br />
meerdere aaneengebouwde volumes en een<br />
opening in het bouwblok. De straatwanden zijn<br />
vaak vormgegeven met kleine sprongen in de<br />
rooilijn en subtiele verdraaiingen.<br />
In de openbare ruimte ligt de nadruk op de<br />
duidelijke scheiding tussen openbaar en privé.<br />
Opvallend daarbij is de tweeledige rol van het<br />
openbare groen: het benadrukt de stedenbouwkundige<br />
structuur en legt een verbinding<br />
met het groen van de voortuinen.<br />
Dominant zijn straatprofielen met aan weerszijden<br />
trottoirs en voortuinen en in het midden<br />
een rijweg, al of niet met plantsoen/singel. Het<br />
profiel is zorgvuldig geproportioneerd. De bebouwing<br />
is eenvoudig en bestaat merendeels<br />
uit rijtjes identieke woningen van een beperkt<br />
aantal herhaalbare typen. Vrijwel altijd gaat<br />
het om eengezinswoningen of beneden- plus<br />
bovenwoningen.<br />
De latere tuindorpachtige bebouwing (na<br />
1945) heeft veel minder een eigen, afgeronde<br />
structuur; het gaat veeleer om een rationele<br />
invulling van (rest)gebieden. Er is niet meer<br />
ontworpen vanuit een collectieve gedachte,<br />
maar vanuit de woonvorm ‘huis met tuin’: korte<br />
rijtjes of twee onder een kap, gescheiden door<br />
garages/bergingen. De huizen zijn hier soms<br />
privébezit. Er is minder openbaar groen en<br />
minder openbare ruimte. Wel hebben deze<br />
gebieden een duidelijk groen, ‘dorps’ en kleinschalig<br />
karakter.<br />
In de tuindorpen is veel gerenoveerd, in verhouding<br />
met de kleine schaal vrij grof (dakkapellen,<br />
aan- en uitbouwen). Daarbij zijn de<br />
oorspronkelijke straat- en groeninrichting ook<br />
gewijzigd (parkeerplaatsen, betonklinkers ter<br />
vervanging van keramieke klinkers enz.).<br />
53 Reguliere welstandsgebieden | Tuindorpen