12.09.2013 Views

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

mogelijkheden voor vrouwen die een religieus leven wilden<br />

leiden. Vrouwenkloosters waren vrij zeldzaam. 144<br />

Schrijven en verluchten<br />

Zeker in de vroege <strong>middeleeuwen</strong> behoorden monniken<br />

tot de weinige mensen die konden lezen en schrijven.<br />

42 Abdijen waren daardoor ook belangrijke culturele<br />

centra. <strong>De</strong> kloosterbibliotheken bezaten soms wel enkele<br />

honderden handschriften; dat was heel veel in die tijd.<br />

Daaronder waren vooral Bijbelse en religieuze handschriften<br />

en teksten uit de oudheid. Boeken werden bij uitstek<br />

gezien als de bronnen van wijsheid en waarheid. Nieuwe<br />

kennis vergaren – door eigen onderzoek te doen bijvoorbeeld<br />

– hoorde niet bij het monnikenideaal. <strong>De</strong> monniken<br />

wilden vooral de bestaande kennis bewaren en doorgeven.<br />

<strong>De</strong> kloosters ontvingen vaak boeken als geschenk of uit<br />

erfenissen, zowel van leken als van geestelijken. Maar de<br />

meeste boeken werden vervaardigd in de eigen scriptoria<br />

of schrijfruimtes. Kloosters wisselden onder elkaar<br />

handschriften uit, om ze te kunnen overschrijven. <strong>De</strong><br />

kopiisten schreven op perkament – de bewerkte huid<br />

van een koe of een schaap. Het overschrijven gebeurde<br />

5. <strong>De</strong> kopiist Jean Miélot aan het werk in zijn atelier. Hij<br />

schrijft aan een lessenaar; het boek dat hij overschrijft, ligt<br />

op een lessenaar daarboven. In zijn rechterhand heeft hij een<br />

schrijfstift, in zijn linkerhand een mesje, waarmee hij eventuele<br />

schrijffouten kan wegschrapen.<br />

Miniatuur van Jan Tavernier, in Jean Miélot, La Vie et miracles<br />

de Notre Dame, Vlaanderen, 1465. Parijs, Bibliothèque nationale,<br />

ms. fr. 9198, fol. 19.<br />

met ‘monnikengeduld’. (ill. 5) Een goede kopiist vorderde<br />

hooguit enkele bladzijden per dag. Het overschrijven<br />

van een bijbel nam dus vele maanden in beslag.<br />

Kopiëren was een nederig en zwaar werk. Daardoor was<br />

het de ideale handenarbeid volgens de regel van Benedictus.<br />

In de winter was het koud en donker in de scriptoria.<br />

Kopiëren kon dan maar gedurende enkele uren per<br />

dag, als het licht was. Kaarsen waren absoluut verboden:<br />

het brandgevaar was veel te groot.<br />

<strong>De</strong> gekopieerde handschriften werden soms versierd<br />

met initialen – de versierde beginletters van een tekst –<br />

(ill. 1) en ingekleurde miniaturen, zoals je er veel ziet in<br />

dit boek. <strong>De</strong> miniaturen dienden als versiering of ‘verluchting’,<br />

maar ze hadden ook een opvoedende functie.<br />

Ze verduidelijkten het geschreven woord. 91 Daarnaast<br />

waren rijk versierde handschriften met miniaturen<br />

een teken van de rijkdom van een klooster.<br />

arbeid / 103

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!