De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4. Staten in wording<br />
(1000 - 1500)<br />
50 / volk en macht<br />
Een moderne staat heeft centrale instellingen die het bestuur van die staat<br />
organiseren. Zo’n overheidsapparaat heft bijvoorbeeld belastingen, zodat de<br />
staat inkomsten heeft. Het vaardigt wetten uit en het controleert of die worden<br />
nageleefd. Het staat in voor de bescherming van de onderdanen – denk<br />
bijvoorbeeld aan het leger. En de onderdanen zijn in een moderne staat op<br />
de een of andere manier vertegenwoordigd: ze kunnen hun stem laten horen<br />
via verkozen of aangestelde afgevaardigden. <strong>De</strong> middeleeuwse rijken en vorstendommen<br />
waren geen staten in de huidige betekenis van het woord. Was<br />
dat helemaal niet het geval? Of werd er een begin gemaakt? Waar, wanneer en<br />
waarom?<br />
Het verlangen naar controle<br />
<strong>De</strong> vroegmiddeleeuwse koningen waren in de eerste plaats militaire leiders.<br />
Ze wilden hun grondgebied voortdurend uitbreiden. Daarvoor konden ze een<br />
beroep doen op hun kroonvazallen. 47 Als dat nodig was, vormden die een<br />
sterk leger. 128 Veel vorsten die al heel wat land hadden ingepalmd, gingen<br />
nog meer oorlog voeren, om hun gebied nog te vergroten of het bij elkaar<br />
te kunnen houden. Dat kostte handenvol geld. <strong>De</strong> vorsten hieven doorgaans<br />
belastingen, maar de inning ervan was niet goed georganiseerd, zodat ze<br />
veel belastinggeld misliepen. Vanaf de volle <strong>middeleeuwen</strong> pakten ze het<br />
anders aan. Ze stuurden belastingontvangers op pad en er kwamen lijsten<br />
van wie welke belastingen moest betalen. 30 Het aantal ambtenaren dat in<br />
dienst van de koning werkte, werd fors uitgebreid. Engeland liep op dat gebied<br />
voorop in West-Europa.<br />
<strong>De</strong> behoefte aan inkomsten was niet de enige reden waarom de vorsten werk<br />
maakten van een staatsapparaat. Vanaf de tiende eeuw verloren ze steeds meer<br />
greep op hun vazallen. 48 Dat zinde hen niet. Ze hoopten dat ze met centra- centra-<br />
le instellingen de controle zouden kunnen terugwinnen. Maar ook die kostten<br />
geld. <strong>De</strong> efficiëntere inning van belastingen bleef lang hun eerste zorg. Vanaf<br />
de twaalfde eeuw, met de opkomst van de steden en de handel, kwam er meer<br />
geld in omloop – ook voor de koningen. 115 Met dat geld betaalden ze de<br />
centrale instellingen die ze zo graag wilden, zoals koninklijke rechtbanken en<br />
rekenkamers die de boekhouding van het rijk bijhielden.<br />
Vanaf die periode moesten de koningen tegelijk ook macht afstaan. In de steden<br />
hadden handelaars en ambachtslui zich verenigd in gilden en ambachten,<br />
om hun beroepsbelangen te verdedigen. 106 Ze wilden dat er bij het bestuur<br />
van het land ook rekening werd gehouden met hun wensen. <strong>De</strong> koningen zagen<br />
zich verplicht hen een zekere vorm van inspraak toe te staan, in ruil voor<br />
de belastingen die ze nodig hadden. Aan de adel en de geestelijkheid hadden<br />
ze soms al vroeger inspraak moeten verlenen.