De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Vanaf de achtste eeuw begon het landschap opnieuw te<br />
veranderen. Dat kwam vooral door de groei van de bevolking<br />
en ook wel door het aantreden van een nieuw<br />
koningshuis in het Frankische Rijk. <strong>De</strong> Karolingische koningen<br />
namen de touwtjes steviger in handen dan hun<br />
voorgangers, de Merovingers. <strong>De</strong> nederzettingen groeiden<br />
weer, er kwamen meer handelsroutes en aan zee werden<br />
nieuwe havens aangelegd – die van Brugge bijvoorbeeld.<br />
Grootgrondbezitters stampten op het platteland domeinen<br />
uit de grond. Dat waren grote landbouwnederzettingen<br />
waar boeren een deel van de gronden bewerkten voor de<br />
eigenaar en een deel voor zichzelf. In het landschap verschenen<br />
ook grote abdijen met veel grond eromheen.<br />
Door de domeinen en de abdijen ging het landschap er<br />
heel anders uitzien. Het bos werd een beetje teruggedrongen.<br />
Maar er bleef nog veel ‘woeste grond’ over – bos,<br />
maar ook heide en veengebied, bijvoorbeeld in de Kempen.<br />
Vanaf de negende eeuw daagden er belagers op uit het<br />
noorden. Om zich te verdedigden tegen de dreiging van<br />
de Vikingen, bouwden de mensen nieuwe versterkte nederzettingen<br />
aan de kust. Rond die vestigingen werd een<br />
wal, een gracht of een houten omheining opgetrokken.<br />
<strong>De</strong> volle <strong>middeleeuwen</strong><br />
<strong>De</strong> volle <strong>middeleeuwen</strong> – de elfde en de twaalfde eeuw<br />
en de eerste helft van de dertiende eeuw – was de pe-<br />
10 /<br />
riode van de grote ontginningen. Het natuurlandschap<br />
verdween steeds meer. (ill. 3) Bossen werden omgevormd<br />
tot akkerland. Dat was nodig, omdat de bevolking<br />
snel groeide. Er was meer voedsel nodig en meer<br />
hout om woningen te bouwen. Sommige gebieden zoals<br />
het Hallerbos, het Meerdaalwoud en de Kalmthoutse<br />
heide ontsnapten aan de middeleeuwse – en de latere –<br />
ontginningswerken. Ze dienden als jachtgebied voor de<br />
koningen en de graven. (ill. 2) Ook in het kustgebied<br />
werden nieuwe gronden in gebruik genomen. <strong>De</strong> mensen<br />
wonnen grond op de zee door dijken te bouwen en<br />
grachten aan te leggen – dat heet ‘inpolderen’. <strong>De</strong> kustlijn<br />
kreeg nog meer haar hedendaagse vorm.<br />
Op al die nieuwe gronden werden nieuwe woningen<br />
gebouwd. Die werden ingeplant langs wegen en niet<br />
meer kriskas door elkaar zoals daarvoor. <strong>De</strong> nieuwe dorpen<br />
kregen steevast een nieuwe kerk. Er verrezen nog<br />
meer abdijen – bijvoorbeeld de abdij van Ter Duinen, die<br />
in het kustgebied heel wat grond in bezit kreeg. Sommige<br />
domeinen werden verder uitgebouwd. <strong>De</strong> woning<br />
van de heer werd gebouwd op een hoogte, om te benadrukken<br />
hoe belangrijk hij was. Zo’n verhoogde woning<br />
heette een ‘motte’. Sommige daarvan werden opgetrokken<br />
uit steen; ze werden kastelen. Ten slotte groeiden in<br />
de volle <strong>middeleeuwen</strong> opnieuw echte steden. Ook die<br />
ommuurde centra van handel, bestuur, religie en intellectueel<br />
leven, met veel stenen gebouwen, waren nieuw<br />
in het middeleeuwse landschap.<br />
3. Mannen<br />
bouwen een brug<br />
en leggen een<br />
nieuwe weg tussen<br />
twee steden aan.<br />
Houthakkers vellen<br />
de bomen van een<br />
bos.<br />
Anonieme miniatuur<br />
(Willem Vrelant?),<br />
in Jacques<br />
de Guise, Chroniques<br />
de Hainaut,<br />
vertaald door<br />
Jean Wauquelin,<br />
1448-1453. Brussel,<br />
Koninklijke Bibliotheek<br />
van België,<br />
hs. 9242, fol. 270v.