De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3. Wereldkaarten en wereldbeelden<br />
1. Een klimaatkaart met vijf horizontale<br />
zones. Van boven naar beneden:<br />
een koude zone (‘frigida’) in het<br />
noorden; een gematigde zone met<br />
Europa, Noord-Afrika en Indië; een<br />
tropische zone (‘perusta’) aan beide<br />
kanten van de oceaan; een gematigde<br />
zone in het land van ‘de tegenvoeters<br />
die ons onbekend zijn’ (‘te[m]perata<br />
antipodum nobis incognita’); een<br />
koude zone in het zuiden. Volgens<br />
de maker van deze kaart bestond er<br />
dus naast de drie bekende werelddelen<br />
– Europa, Afrika en Azië – nog een<br />
vierde continent.<br />
Anonieme miniatuur in Macrobius,<br />
Somnium Scipionis, vijftiende eeuw.<br />
Parijs, Bibliothèque nationale.<br />
22 / natuur<br />
Het deel van de wereld dat tijdens de <strong>middeleeuwen</strong> in het Westen bekend<br />
was, werd de ‘oecumene’ genoemd – een Oudgrieks woord voor de ‘bewoonde<br />
wereld’. Dat was vooral Europa, het noorden van Afrika, het Nabije<br />
Oosten, maar ook Indië en China. (ill. 1) 91 Die gebieden waren ook in<br />
de oudheid al bekend. <strong>De</strong> middeleeuwers beschikten over teksten van Griekse<br />
en Romeinse auteurs waarin die streken werden beschreven. Maar er waren<br />
ook rechtstreekse contacten: sommige Europeanen maakten lange reizen of ze<br />
dreven handel met verafgelegen landen. Slechts een klein groepje mensen had<br />
echt besef van de omvang van de oecumene. <strong>De</strong> wereld van veel gewone mensen<br />
beperkte zich tot hun eigen dorp en de onmiddellijke omgeving ervan.<br />
Reizen zonder kaarten<br />
<strong>De</strong> middeleeuwse reizigers verplaatsten zich te voet, te paard – al dan niet met<br />
een kar – 115 of per schip. 120 Als alles meezat, haalde een voetganger vijf<br />
kilometer per uur, een paard in draf zes kilometer en in galop achttien. Te voet<br />
kon een reiziger op een dag dus ongeveer vijfendertig kilometer afleggen. Met<br />
een paard kwam hij hooguit zeventig kilometer ver, want paarden moesten<br />
voldoende rusten om hun topsnelheid te kunnen halen. Hoe snel een schip<br />
vorderde, hing af van de windsnelheid, de windrichting en de stroming.<br />
Landkaarten om zich mee te oriënteren, waren er nauwelijks. Daarom deden<br />
reizigers een beroep op menselijke gidsen, bijvoorbeeld eigenaars van herbergen,<br />
monniken in abdijen of andere reizigers aan wie ze de weg vroegen. <strong>De</strong><br />
kennis over de bekende wereld werd mondeling doorgegeven. Soms zette iemand<br />
weleens de beschrijving van een reisroute op papier, 69 maar ze werd<br />
zelden uitgetekend op een kaart.<br />
Beelden van de wereld<br />
Toch waren er in de <strong>middeleeuwen</strong> kaarten. Maar de middeleeuwse kaartenmakers<br />
brachten niet het aardoppervlak in kaart, zoals hedendaagse cartografen dat<br />
doen. Hun kaarten dienden niet om mee te reizen, maar om de wereld en de<br />
geschiedenis begrijpelijk te maken. Ze gingen onder meer uit van wat ze hadden<br />
gelezen in de Bijbel en allerlei teksten over geschiedenis. (ill. 4) Die gegevens<br />
waren vaak erg vaag. Bovendien namen de kaartenmakers de aardrijkskundige<br />
informatie die ze in de Bijbel vonden letterlijk over. Zo stond in de Bijbel dat<br />
Jeruzalem 133 het centrum van de wereld was. Op heel wat middeleeuwse<br />
kaarten staat die stad daarom pal in het midden. 12 In het Bijbelboek Gene- Gene-<br />
sis is sprake van ‘het water onder de hemel’. (ill. 3) Daarom stelden de kaartenmakers<br />
de aardbol voor te midden van water. (ill. 4)