De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
en jonge monniken en nonnen. Maar soms had een abdij<br />
ook een school die toegankelijk was voor leken. <strong>De</strong> abdijscholen<br />
stonden meestal onder toezicht van de bibliothecaris.<br />
(ill. 3) Die verzorgde met harde hand het lager onderwijs<br />
in lezen, schrijven en zingen. Die vakken werden<br />
in vrijwel alle abdijen gegeven, zodat de geestelijken hun<br />
taken van bidden en zingen later goed konden uitvoeren.<br />
Zo konden ze ook stichtelijke literatuur lezen: boeken<br />
over mensen die een voorbeeldig leven hadden geleid.<br />
Dat waren vooral levensverhalen van heiligen. 66<br />
Op een abdijschool leerden de leerlingen niet in hun<br />
eigen taal lezen, maar in het Latijn. Dat betekende dat ze<br />
tegelijkertijd ook een nieuwe taal moesten leren. Eerst<br />
werd de kinderen het alfabet bijgebracht: ze leerden de<br />
2. <strong>De</strong>ze miniatuur toont Maria, de moeder van Jezus,<br />
als klein meisje; naast haar staat haar moeder, de heilige<br />
Anna. Anna, die gekleed is als een veertiende-eeuwse rijke<br />
dame, spreidt haar mantel uit over het meisje, om haar te<br />
beschermen. Maria houdt een lei in haar handen, waarop<br />
in aparte vakjes de letters van het Latijnse woord ‘Domine’<br />
(‘heer’) staan geschreven. In de <strong>middeleeuwen</strong> leerden<br />
kinderen lezen met zulke bordjes.<br />
Anonieme miniatuur in een psalmenboek, Engeland, veertiende<br />
eeuw. Oxford, Bodleian Library, MS Douce 231, fol. 3.<br />
80 / individu en gemeenschap<br />
klanken die bij de verschillende letters hoorden. (ill. 2)<br />
Daarna volgden de lettergrepen. Om de betekenis van de<br />
Latijnse woorden te leren, gebruikte de meester woordenlijsten<br />
of dialogen. Ook door het lezen van psalmen<br />
en andere religieuze teksten werd de Latijnse woordenschat<br />
van de leerlingen uitgebreid.<br />
Ten slotte leerden de leerlingen schrijven. Ze oefenden<br />
niet op peperduur perkament, 103 maar op wastafeltjes – met was bedekte houten bordjes waarop ze schreven<br />
met een stift. Er werd geoefend met zinnetjes waarin alle<br />
letters van het alfabet voorkwamen, zoals ‘Clam Kraton<br />
iudexque Zenophylus abdita fingunt’. Dat zinnetje betekende<br />
niets in het Latijn, maar dat was niet belangrijk.<br />
Het ging erom dat de leerlingen alle letters goed leerden<br />
schrijven. Veel kinderen in het lager onderwijs leerden<br />
alleen lezen. Schrijven werd beschouwd als iets extra’s.<br />
<strong>De</strong> stadsscholen<br />
Vanaf de elfde eeuw werd het schrift belangrijker. Steeds<br />
meer mensen en instellingen lieten hun rechten en<br />
eigendommen vastleggen in geschreven documenten.<br />
Handelaars en kooplieden hielden hun inkomsten en<br />
uitgaven schriftelijk bij en stelden geschreven contracten<br />
op. 119 <strong>De</strong> behoefte aan scholing nam dan ook toe. In<br />
de Lage Landen kregen jongens en meisjes vanaf hun<br />
zevende jaar een soort basisonderwijs in hun moedertaal.<br />
Een meester of meesteres leerde hen de beginselen<br />
van lezen en soms van schrijven. (ill. 1) Ook kregen ze<br />
zang- en godsdienstlessen.<br />
Daarna gingen sommige leerlingen naar een Latijnse<br />
school in de stad. Ze leerden er Latijn en de grondbegin-<br />
3. Streng maar rechtvaardig<br />
In de kloostergemeenschap van Fleury werden rond het<br />
jaar 1000 de ‘consuetudines’ – Latijn voor ‘gewoonten’ –<br />
neergeschreven. Dat is een regel die vastlegde hoe het er in<br />
het klooster moest toegaan. Over de abdijschool staat er:<br />
‘<strong>De</strong> bibliothecaris heeft ook de leiding van de school en hij<br />
is kopiist. 103 Hij is het die de zorg voor de boeken heeft,<br />
en voor alles wat nodig is voor de kunst van het schrijven:<br />
voldoende perkament, koorden om boeken te kunnen binden,<br />
de hertenhuiden die de kaft van de boeken vormen. Alles wat<br />
voor het onderwijs in de school nodig is, hangt van hem af. Hij<br />
mag niet dralen of bang zijn, maar hij moet zeer vastberaden<br />
optreden, zonder ooit de naastenliefde te vergeten. Zijn<br />
leerlingen moeten beven bij het horen van zijn stem zoals bij<br />
de donder. Het gezicht van de kinderen moet verbleken voor<br />
zijn strengheid en zijn vastberadenheid.’<br />
Geciteerd in: René Stuip en Cornelis Vellekoop, Scholing in de<br />
<strong>middeleeuwen</strong>, Hilversum, 1995, p. 105.