De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Het schilderij beeldt zonder woorden uit wat Jezus had<br />
gedaan tijdens het Laatste Avondmaal. Het spoort de<br />
toeschouwer ook aan om eerbied te hebben voor de<br />
communie. <strong>De</strong> hand die Jezus opheft om het brood te<br />
zegenen, vormt precies het middelpunt van het schilderij.<br />
Dat hij niet gewoon een stuk brood maar een hostie<br />
zegent, verwijst naar de overtuiging van de opdrachtgevers<br />
dat Jezus tijdens het Laatste Avondmaal het sacrament<br />
van de communie had ingesteld. Niemand kon<br />
eraan twijfelen dat op het schilderij de eucharistie werd<br />
gevierd. <strong>De</strong> opdrachtgevers betaalden zelfs twee godgeleerden<br />
om ervoor te zorgen dat Bouts alle betekenissen<br />
van de eucharistie juist zou weergeven op zijn schilderij.<br />
Nadat het was voltooid, werd het werk opgehangen in<br />
de kapel van de broederschap in de Leuvense Sint-Pieterskerk,<br />
waar iedereen het kon zien.<br />
Zoals in de laatmiddeleeuwse kunst wel vaker gebeurde,<br />
zijn de opdrachtgevers te zien op het schilderij. 32<br />
Het zijn de vier figuren die geen apostelen zijn: de twee<br />
mannen achter het doorgeefluik, de man op het verhoog<br />
naast de zuil en die achter Petrus – de apostel die<br />
aan Jezus’ rechterhand zit.<br />
Schrijvers en dichters<br />
Beeldhouwers en schilders waren meestal voltijds bezig<br />
met hun vak. Ze verdienden hun brood met hun kunst.<br />
Dat gold doorgaans niet voor dichters. Die behoorden<br />
tot de geschoolde minderheid die was opgeleid om<br />
monnik, priester of ambtenaar te worden. Velen van hen<br />
schreven literaire teksten naast hun beroepsbezigheden,<br />
soms gewoon voor hun plezier. Ook hun werk bleef<br />
vaak anoniem. Tot de twaalfde eeuw bedienden ze zich<br />
vooral van het Latijn, de taal van de geestelijkheid en<br />
de wetenschap. 80 Vanaf de dertiende eeuw schreven<br />
steeds meer auteurs in de volkstaal, zoals het Middelnederlands.<br />
(ill. 5)<br />
Ook dichters en schrijvers werkten soms in opdracht.<br />
Een boek, dat eventueel was versierd met fraaie miniaturen,<br />
kon evengoed tonen hoeveel aanzien een opdrachtgever<br />
had als een beeld of een schilderij. 59 Literatuur<br />
had een even duidelijk doel als de beeldende kunst.<br />
Ze diende om de mensen goede voorbeelden voor te<br />
houden en hen beter te maken. Heiligenlevens 66 en<br />
ridderromans 132 waren daarom populaire literaire<br />
genres. Daarin konden gemakkelijk levenslessen worden<br />
verwerkt.<br />
<strong>De</strong> schrijvers richtten zich tot hetzelfde publiek als de<br />
beeldende kunstenaars: niet alleen rijke burgers en edel-<br />
4. Een overeenkomst met meester Dirk<br />
Op 15 maart 1464 ondertekende Dirk Bouts een overeenkomst<br />
met de broederschap van het Heilig Sacrament in Leuven.<br />
‘<strong>De</strong>ze overeenkomst wordt aan de ene kant gesloten tussen de<br />
vier meesters van de broederschap van het Heilig Sacrament<br />
in de kerk van Sint-Pieter in Leuven, Rase van Baussele, schout,<br />
Laureyse van Wynge, Reyner Stoep en Stas Roelofs, bakker,<br />
en aan de andere kant meester Dirk Bouts, schilder, om een<br />
fraai schilderij te maken met de uitbeelding van het Heilig<br />
Sacrament. Op dat schilderij zal het Laatste Avondmaal van<br />
Onze-Lieve-Heer met zijn twaalf apostelen worden uitgebeeld.<br />
[...] <strong>De</strong> genoemde meester Dirk heeft aanvaard dat schilderij<br />
te maken naar zijn beste vermogen en hij zal daarvoor arbeid,<br />
kosten noch tijd sparen. [...] Voor zijn werk zal de broederschap<br />
aan dezelfde meester Dirk de som van tweehonderd Rijnse<br />
guldens betalen.’<br />
Naar: Wolfgang Schöne, Dieric Bouts und seine Schule, Berlijn,<br />
1938, p. 240.<br />
5. Het nijlpaard<br />
Een van de belangrijkste Middelnederlandse dichters was<br />
Jacob van Maerlant. Hij werkte in de tweede helft van de<br />
dertiende eeuw. In zijn <strong>De</strong>r naturen bloeme – ‘het mooiste<br />
van de natuur’ – schreef hij in verzen over allerlei vreemde<br />
mensensoorten, zoogdieren, vogels, vissen en ‘wormen’<br />
(insecten). In een hoofdstuk over de zeemonsters beschrijft hij<br />
een nijlpaard.<br />
‘Ipothamus oric visiren<br />
Erande wonder van rivieren.<br />
In Egipten, in Endi<br />
Segmen datter vele si.<br />
Up tlant werpensi hare dracht,<br />
Mar even grot es hare macht<br />
Bede upt water ende upt lant.<br />
Also groot sijnsi als dolifant […]’<br />
Moderne hertaling: ‘<strong>De</strong> ipothamus [het nijlpaard], naar ik hoor,<br />
is een merkwaardig dier dat leeft in rivieren. Men zegt dat er in<br />
Egypte en Indië veel zijn. Zij werpen hun jongen op het land,<br />
maar ze kunnen in het water net zo goed uit de voeten als op<br />
het land. Ze zijn even groot als een olifant.’<br />
Uit: Maerlants werk. Juweeltjes van zijn hand, met inleidingen<br />
en vertalingen van Ingrid Biesheuvel, Amsterdam, 1998, p. 334.<br />
lieden, maar ook de gewone mensen, die tot de twaalfde<br />
eeuw heel vaak ongeletterd waren. <strong>De</strong> middeleeuwers<br />
zaten niet in hun eentje te lezen met een boekje in een<br />
hoekje: gedichten en verhalen werden voorgelezen in<br />
gezelschap. Vertellers trokken rond en traden op tegen<br />
betaling aan het hof en in de steden. Veel literatuur werd<br />
daarom in verzen of in liedvorm geschreven. Dat maakte<br />
het gemakkelijker om de teksten te onthouden en ze<br />
voor te dragen. Vanaf de elfde en vooral de twaalfde<br />
eeuw leerden steeds meer burgers in de steden lezen<br />
en schrijven, maar ook toen bleven veel gewone mensen<br />
ongeletterd. Ook in de late <strong>middeleeuwen</strong> werd er<br />
vooral geluisterd naar literatuur.<br />
individu en gemeenschap / 91