De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Geld<br />
Ook al voor de twaalfde eeuw was in middeleeuws<br />
Europa geld in omloop. Voordat Karel de Grote in<br />
zijn rijk één munt invoerde, 43 hadden veel regio’s<br />
al een eigen munt. Maar er gebeurde niet zo<br />
veel met dat geld. <strong>De</strong> heren bewaarden het als een<br />
soort van schat. Het diende ook om de waarde van<br />
iets te bepalen. Een paard was een bepaalde hoeveelheid<br />
aan munten waard, maar zelden werd dat<br />
paard ook tegen die hoeveelheid munten verkocht.<br />
Het werd verkocht voor iets wat evenveel geld<br />
waard was. Een munt was trouwens altijd precies<br />
zoveel waard als het gewicht aan zilver dat ervoor<br />
was gebruikt. Gouden munten verdwenen in de<br />
loop van de vroege <strong>middeleeuwen</strong>.<br />
Door de commerciële revolutie kwam er meer geld in<br />
omloop. Het geld kreeg ook een andere vorm. Vanaf de<br />
dertiende eeuw werd in verschillende landen een soort<br />
van zilveren standaardmunt ingevoerd: de ‘groot’. In dezelfde<br />
periode werden in Italië opnieuw gouden munten<br />
geslagen; korte tijd later gebeurde dat ook in andere<br />
regio’s. Vanaf eind dertiende eeuw hadden munten niet<br />
meer de precieze waarde van de hoeveelheid edelmetaal<br />
– goud of zilver – die erin was verwerkt. Er werden afspraken<br />
gemaakt over hoeveel een munt waard was.<br />
Bovendien kwam er een soort van papiergeld in omloop.<br />
Dat waren nog geen biljetten – die bestonden wel al in<br />
China (ill. 6) – maar papieren schuldbekentenissen of<br />
betalingsopdrachten. Met zo’n document gaf een handelaar<br />
de opdracht aan een van zijn vertegenwoordigers om<br />
aan de houder van de brief een bepaalde som te betalen.<br />
Daardoor hoefden handelaars niet langer met een zak<br />
munten op pad te gaan. Dat was veiliger en bovendien<br />
5. Het Beursplein in Brugge, met het handelshuis van<br />
de Genuese handelaars (‘domus Genuensium’) en dat van de<br />
Florentijnse handelaars (‘domus Florentinorum’). Het woord<br />
‘beurs’ is wellicht afgeleid van de herberg Van der Buerse, waar<br />
de geldwisselaars in Brugge oorspronkelijk vergaderden.<br />
Anonieme illustratie, in Antonius Sanderus, Flandria illustrata,<br />
1, Keulen, 1641.<br />
6. Reizen naar China<br />
Francesco Balducci Pegolotti was vanaf 1310 een vertegenwoordiger<br />
van het Florentijnse koopliedengeslacht van de<br />
Bardi in Antwerpen, Londen en Cyprus. Omstreeks het midden<br />
van de veertiende eeuw schreef hij een handboek voor handelaars<br />
op basis van alle informatie die hij tijdens zijn carrière<br />
had verzameld. Hij gaf er onder meer nuttige tips in voor kooplui<br />
die naar China wilden reizen.<br />
‘Om te beginnen moet je je baard laten groeien en je mag je<br />
niet scheren. En in Azov moet je jezelf voorzien van een tolk.<br />
En je probeert beter geen geld te besparen door een slechte<br />
in plaats van een goede te nemen. Want het extra loon voor de<br />
goede weegt niet op tegen de winst die je door hem zult maken.<br />
Naast een tolk neem je beter ook twee dienaars mee die<br />
Tataars spreken. Je kunt ook een vrouw meenemen uit Azov.<br />
Dat is niet verplicht, maar je zult meer worden gerespecteerd.<br />
[...] <strong>De</strong> route van Azov naar China is veilig, zowel overdag als<br />
’s nachts. China is een gebied met bijzonder veel steden en<br />
stadjes. Vooral in Beijing, dat zowat de hoofdstad is, is er een<br />
enorm netwerk van handelaars. <strong>De</strong> stad is vol mensen. [...]<br />
<strong>De</strong> heer van China zal alle zilver aannemen en ruilen voor dat<br />
papieren geld van hen. Dat is gemaakt van geel papier, bedrukt<br />
met het zegel van de heer. Het geld wordt “balishi” genoemd.<br />
Met dat geld kun je zijde kopen en alles wat je meer wilt. Alle<br />
mensen van het land moeten dat geld aanvaarden. En je hoeft<br />
geen hogere prijs te betalen voor je goederen omdat je geld<br />
van papier is.’<br />
Naar: Henry Yule en Henri Cordier (red.), Cathay and the way<br />
thither, being a collection of medieval notices of China, Londen,<br />
1916, p. 145-148.<br />
7. Een stad van overvloed<br />
In 1438 bezocht Pero Tafur uit Córdoba Brugge. Hij was erg<br />
onder de indruk van de handelsstad.<br />
‘Iedereen die geld heeft en het wil uitgeven, zal in deze stad<br />
alles vinden wat in de hele wereld wordt geproduceerd. Ik zag<br />
daar sinaasappelen uit Castilië die eruitzagen alsof ze pas van<br />
de boom waren geplukt, vruchten en wijn uit Griekenland, even<br />
overvloedig als in het land zelf. Ik zag ook confituren en specerijen<br />
uit Alexandrië en de hele Levant, zoals in die landen, en<br />
bont uit het gebied rond de Zwarte Zee, als was het ter plaatse<br />
voortgebracht. Hier was ook alles uit Italië, brokaat, zijde en<br />
wapenrustingen en al het andere wat daar wordt gemaakt. Er is<br />
werkelijk geen deel van de wereld waarvan de producten niet<br />
op hun best hier te vinden zijn.’<br />
Geciteerd in: Wim Blockmans, Metropolen aan de Noordzee,<br />
Amsterdam, 2010, p. 547.<br />
arbeid / 119