12.09.2013 Views

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

het platteland. Wanneer een oogst mislukte, hadden de stadsbewoners<br />

al gauw niets meer te eten. Wie op het platteland woonde,<br />

kon meestal overleven op zijn kleine moestuintje.<br />

Toch was er ook groen in de stad: tuinen van burgerhuizen, abdijen<br />

of ziekenhuizen, boomgaarden en zelfs enkele weides en akkers.<br />

11 Dat groen lag niet in het stadscentrum, binnen de oudste wallen.<br />

Zodra de steden begonnen te groeien, werd de ruimte binnen<br />

die oudste omwallingen vaak snel volgebouwd. <strong>De</strong> stadsbesturen<br />

bouwden daarom nieuwe, ruimere wallen. Die boden plaats aan<br />

nieuwe huizen, maar ook aan groen. Dat groen volstond niet om<br />

alle stadsbewoners van eten te voorzien in geval van een misoogst,<br />

maar het zorgde wel voor wat zuurstof in de overvolle stad.<br />

Grote stad, kleine stad<br />

Noord-Italië en de Lage Landen – en in het bijzonder het<br />

graafschap Vlaanderen – waren in de <strong>middeleeuwen</strong> de<br />

meest verstedelijkte gebieden van West-Europa. (ill. 5<br />

en 6) Toch waren de grootste middeleeuwse steden heel<br />

wat kleiner dan de steden van vandaag. Rond 1300 telden<br />

belangrijke steden zoals Venetië, Milaan en Firenze elk<br />

ongeveer 100 000 inwoners, en Genua en Bologna elk naar<br />

schatting 80 000. In Gent woonden rond die tijd meer dan<br />

65 000 mensen. <strong>De</strong> stad was op dat moment even groot<br />

als Parijs en Londen. 11 Brugge had 45 000 inwoners<br />

en Arras, Dowaai, Rijsel en Ieper tussen 20 000 en 30 000.<br />

Veel grotere steden lagen in het Byzantijnse Rijk en in de<br />

Arabische wereld. Constantinopel had van de achtste tot de<br />

tiende eeuw 800 000 burgers, Córdoba 400 000.<br />

6. Marktkramers verkopen hun waren voor de<br />

poort van een stad. Er zijn heel wat mensen op straat,<br />

onder wie mannen te paard.<br />

Miniatuur van Jan Tavernier, in Chroniques et conquestes<br />

de Charlemaine, omstreeks 1460. Brussel,<br />

Koninklijke Bibliotheek van België, hs. 9066, fol. 1.<br />

7. Het leven in de stad<br />

Het Bouc van den ambachten uit 1370 is een handboek<br />

dat werd gebruikt in handelsscholen. 81 <strong>De</strong><br />

auteur, een onbekende Brugse schoolmeester, beschrijft<br />

daarin allerlei figuren in de stad.<br />

‘Floris, de lakenkoper, is een rijk man. Zijn rijkdom<br />

wordt welbesteed: hij geeft vaak geld aan de kerk, hij<br />

bezoekt de zieken en de gevangenen en hij schenkt<br />

aan weduwen en wezen. Gilbert, de secretaris, kan<br />

goed oorkonden, akten waarin privileges worden toegekend<br />

en wettelijke bewijsstukken opstellen, testamenten<br />

en afschriften daarvan uitgeven en ontvangen,<br />

en hij kan goed geld beheren, zodat hij zeer nuttig is<br />

bij het onderhouden van goede betrekkingen.<br />

Goris, de boekhandelaar, heeft meer boeken dan iemand<br />

anders in de stad. Hij verkoopt ganzen- en zwanenveren<br />

en het beste perkament. Hendrik, de timmerman,<br />

heeft mij beloofd mijn huis te bouwen, bestaande<br />

uit een hoofdgebouw en bijgebouwen met twee<br />

schuren. Hij moet het bouwen met goed, sterk hout en<br />

hij dient al het timmerhout zelf te leveren. Michiel, de<br />

apotheker, verkoopt veel geneeskrachtige kruiden en<br />

confituren, en hij heeft menige pot met siroop.<br />

Nathalie, die mooie vrouw, heeft een goed badhuis;<br />

de aanzienlijkste inwoners van de stad gaan<br />

er baden. Ze woont achter het klooster van de<br />

minderbroeders. Olivier, de herbergier, heeft veel<br />

goede gasten, want hij heeft Duitsers die men “Oosterlingen”<br />

noemt, Spanjaarden en Schotten; maar<br />

inwoners van Lombardije wil hij niet te gast hebben,<br />

noch Vlamingen, Fransen, Brabanders, Zeeuwen, Hollanders,<br />

Genuezen, Engelsen, Henegouwers, Friezen,<br />

Normandiërs, inwoners van Lucca of Firenze, noch<br />

<strong>De</strong>nen.<br />

Ogier, de gevangenbewaarder, bewaakt de gevangenis<br />

waar de gevangenen zitten. Er bevinden zich<br />

dieven, moordenaars, rovers, valsemunters, pederasten,<br />

zakkenrollers en verkrachters. Sommigen hangt<br />

men op, anderen sleept men achter een paard over de<br />

grond, weer anderen bindt men op een rad om hen te<br />

folteren, en dat alles wordt door de beul van Brugge<br />

gedaan. Hij martelt hen om hen te doen boeten voor<br />

hun misdaden.<br />

Richard, de bode, is naar de koning van Frankrijk<br />

gestuurd vanwege enkele belangrijke zaken die betrekking<br />

hebben op de goede stad Brugge, een van<br />

de beste handelssteden van de christelijke wereld.<br />

Over de steden in de heidense landen weet ik niets<br />

te zeggen, want ze zijn me niet bekend. Willem, de<br />

leerlooier, looit zijn huiden en verkoopt ze aan de<br />

leerbewerkers of andere kooplui uit vreemde landen.’<br />

Geciteerd in: Corrie de Haan en Johan Oosterman<br />

(red.), Is Brugge groot?, Amsterdam, 1996, p. 152-155.<br />

arbeid / 109

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!