12.09.2013 Views

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

De middeleeuwen - Averbode

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

kapel had. <strong>De</strong> leden zorgden in moeilijke tijden voor<br />

elkaar. Mensen die hetzelfde beroep hadden, gingen zich<br />

vanaf de twaalfde eeuw op dezelfde manier organiseren.<br />

<strong>De</strong> kooplieden waren de eersten die dat deden. Met zulke<br />

koopmansgilden konden de handelaars hun belangen<br />

beter verdedigen. Vanaf de dertiende eeuw volgden de<br />

ambachtslieden hun voorbeeld. Ze stichtten zogenoemde<br />

ambachtsgilden – de slagers, de bakkers, de smeden,<br />

de brouwers, de lakenwevers, de lakenververs en de leerlooiers<br />

bijvoorbeeld. (ill. 4) Het was gemakkelijker om<br />

samen op te komen voor de belangen van alle bakkers<br />

dan om als bakker alleen iets gedaan te krijgen van het<br />

stadsbestuur of de heer.<br />

<strong>De</strong> leden van de ambachts- en de koopmansgilden<br />

vormden een soort familie. Als een slager stierf, zorgden<br />

de andere slagers ervoor dat zijn weduwe en zijn kinderen<br />

konden overleven. Die steun was langdurig, zoals<br />

mensen vandaag een uitkering krijgen als ze door een<br />

ongeval of ziekte niet langer kunnen werken. Een gilde<br />

voorzag ook in een opleiding, waardoor jongeren het<br />

beroep konden leren. 82 Daardoor stond het vast dat<br />

de leden van de gilde kwaliteit leverden. Een meesterbierbrouwer<br />

en een meester-bakker wisten na hun jarenlange<br />

opleiding hoe ze goed bier moest brouwen en<br />

goed brood moesten bakken.<br />

<strong>De</strong> gilden zorgden er ook voor dat de leden meetelden in<br />

de stad. Hun leden genoten aanzien en vooral de koopmansgilden<br />

waren vaak vertegenwoordigd in het stadbestuur.<br />

Kooplieden waren rijk en ze konden zich meten<br />

met de adel, die van oudsher de steden bestuurde. Ze<br />

vormden een nieuwe sociale groep – de ‘patriciërs’ – die<br />

steeds belangrijker werd in het stadsbestuur. 123 Vanaf<br />

de veertiende eeuw eisten ook de ambachtslui inspraak in<br />

de stadsbesturen. Soms lukte dat, soms niet.<br />

Het uitzicht van de stad<br />

<strong>De</strong> middeleeuwse steden waren eilanden: eilanden van<br />

vrijheid, maar ook eilanden in het landschap. Een middeleeuwse<br />

stad van enig belang was ommuurd en ze zag er<br />

daardoor heel anders uit dan een dorp. (ill. 2) 11 Maar<br />

er waren veel meer verschillen tussen de stad en het platteland.<br />

Het leven was totaal anders in de stad.<br />

Het stadsbestuur zetelde in het stadhuis. (ill. 5) Maar<br />

vaker zetelde het in het belfort – een toren op of naast<br />

het stadhuis, die dienstdeed als verdedigingstoren en<br />

als bewaarplaats voor belangrijke documenten. Aan<br />

het belfort hing ook een uurwerk. 74 Sommige gilden<br />

hadden een gildehuis en iedere ambachtsmeester<br />

4. Lakenververs kleuren stoffen door ze in een vat met<br />

rode verfstof te dompelen. <strong>De</strong> verfstof wordt verhit met blokken<br />

hout. Links liggen enkele rollen met ongeverfd laken, voor<br />

het vat liggen rollen geverfde stof. <strong>De</strong> miniatuur geeft een wat<br />

opgesmukt beeld van het werk van de lakenververs. In feite<br />

was het verven een heel vuile bezigheid.<br />

Anonieme miniatuur in Bartholomaeus Anglicus, <strong>De</strong>s proprietez<br />

des choses, vertaald door Jean Corbechon, Brugge, 1482.<br />

Londen, The British Library, Royal MS 15.E.iii, fol. 269.<br />

beschikte over een atelier dat tegelijk een winkel was.<br />

Hallen waren overdekte markten, waar ook handelswaar<br />

werd opgeslagen. Er waren herbergen waar kooplieden<br />

deals maakten en geld wisselden. In Brugge groeide uit<br />

zo’n herberg de beurs. 119 <strong>De</strong> rijkste burgers woonden<br />

in mooie burgerhuizen. 90 En dan waren er kerken,<br />

die hoge torens hadden. <strong>De</strong> gebouwen in de stad reikten<br />

vaak veel hoger dan die op het platteland.<br />

<strong>De</strong> burgers hechtten veel belang aan het uitzicht van<br />

hun stad. Ze wilden dat hun stad niet alleen de grootste<br />

en de rijkste, maar ook de mooiste was. Ze hadden er<br />

doorgaans geen problemen mee om bij te dragen in de<br />

kosten voor de bouw van een stadhuis of een kerk, als<br />

hun stad daardoor andere steden naar de kroon kon steken.<br />

Zo waren Leuven en Brussel in de vijftiende eeuw<br />

verwikkeld in een felle concurrentiestrijd over wie het<br />

mooiste stadhuis had. 114 Het saamhorigheidsgevoel<br />

onder de stedelingen was groot. En tegelijk was er ook<br />

plaats voor een wijkgevoel. Ambachtslui woonden vaak<br />

in dezelfde wijken en ook de parochiekerk bracht een<br />

dorpsgevoel teweeg in de stad.<br />

Alle belangrijke gebouwen in de stad waren opgetrokken<br />

uit steen. <strong>De</strong> gewone huizen en huisjes – en dus<br />

arbeid / 107

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!