De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
De middeleeuwen - Averbode
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Piramide<br />
Vanaf de twaalfde eeuw had de feodale samenleving<br />
de vorm van een piramide. Bovenaan<br />
zetelde de paus, als plaatsvervanger van<br />
God op aarde. Meteen onder hem kwam de<br />
keizer of de koning. Daaronder waaierde de<br />
piramide ver uit. <strong>De</strong> leenmannen benoemden<br />
op hun beurt leenmannen. <strong>De</strong> koning kreeg zo<br />
achterleenmannen en zelfs achterachterleenmannen.<br />
2. Trouw zweren<br />
‘Als een vrije man hulde brengt aan zijn heer, van wie<br />
hij een leen krijgt, vouwt hij zijn handen samen en hij<br />
legt ze in de handen van zijn heer. Hij zegt: “Ik word uw<br />
man vanaf vandaag, voor het leven. Ik ben u vertrouwen<br />
verschuldigd voor de gronden die ik van u in leen krijg. Ik<br />
blijf trouw verschuldigd aan onze heer de koning en mijn<br />
andere heren.”<br />
Als een vrije man de eed zweert aan zijn heer, zal hij<br />
zijn rechterhand op een boek houden en zeggen: “Hoor,<br />
mijn heer, dat ik u trouw zal zijn en al mijn trouw aan u<br />
verschuldigd ben, voor de grond die ik van u in leen heb<br />
gekregen. Ik zal alle diensten verrichten die ik aan u verplicht<br />
ben. Zo helpe mij God en al zijn heiligen.”’<br />
Naar: Modus faciendi homagium et fidelitatem, omstreeks<br />
1275 (geciteerd in: Alfred Luders (red.), The Statutes<br />
of the Realm, 1, Londen, 1810, I, p. 227-228.<br />
3. ‘Tot niets verplicht’<br />
Galbert van Brugge was de secretaris van de Vlaamse<br />
graaf Karel de Goede, die in 1127 werd vermoord. In een<br />
dagboek schreef hij over de opvolging van de graaf. Het<br />
graafschap Vlaanderen vond niet dat het daarbij rekening<br />
hoefde te houden met de Franse koning.<br />
‘Wij laten iedereen weten, zowel de koning van Frankrijk<br />
als zijn baronnen, zowel de tijdgenoten als degenen<br />
die na ons komen, dat de verkiezing en de aanstelling<br />
van de graaf van Vlaanderen de koning van Frankrijk niet<br />
aangaan, ook niet als de graaf zonder erfgenaam is overleden.<br />
<strong>De</strong> pairs [de edelen] en de burgers zijn bevoegd<br />
om een naaste erfgenaam van de graaf te verkiezen en ze<br />
hebben de vrijheid om hem tot de grafelijke waardigheid<br />
te verheffen.<br />
Volgens het recht dat rust op de landen die de graaf in<br />
leen hield van de koning, moet een nieuwe graaf voor<br />
dat leen alleen maar een wapenrusting leveren aan de<br />
koning. Verder is de graaf van Vlaanderen aan de koning<br />
van Frankrijk niets verplicht en de koning kan zich niet op<br />
enige redelijke grond beroepen om eigenmachtig tegen<br />
een koopsom of prijs een graaf over ons aan te stellen, of<br />
iemand naar voren te schuiven.’<br />
Naar: Raoul Van Caenegem (red.), <strong>De</strong> moord op Karel de<br />
Goede door Galbert van Brugge, Leuven, 1999, p. 247.<br />
48 / volk en macht<br />
Lenen waren eigenlijk niet erfelijk. Als de leenman stierf,<br />
ging het leen terug naar de leenheer. Alleen zo konden de<br />
leenheren er zeker van zijn dat hun leenmannen echte getrouwen<br />
waren. Toch werden lenen al vrij snel opgenomen<br />
in erfenissen. <strong>De</strong> nieuwe leenman moest de leenheer dan<br />
wel een bedrag betalen en opnieuw een eed van trouw<br />
zweren. Zo leerde de leenheer zijn nieuwe leenman persoonlijk<br />
kennen.<br />
Ook vrouwen konden een grond of een ambt in leen geven of<br />
krijgen. Als er oorlog uitbrak, hoefden die leenvrouwen niet<br />
zelf te dienen in het leger van hun heer. Maar ze moesten wel<br />
een plaatsvervanger sturen. Dat was doorgaans hun echtgenoot.<br />
Daarom vonden leenheren het belangrijk dat hun vrouwelijke<br />
vazallen trouwden met een man die hen in zulke omstandigheden<br />
goede diensten kon bewijzen.<br />
<strong>De</strong> leenceremonie<br />
Een vazal legde zijn eed van trouw af op een publieke plechtigheid.<br />
Het publiek deed daarbij dienst als getuige. <strong>De</strong> inzwering<br />
verliep volgens een vast scenario. Ze begon met de zogenoemde<br />
leenhulde. Eerst verklaarden de leenheer en de leenman<br />
dat ze een overeenkomst wilden sluiten. Daarna legde de<br />
leenman zijn handen in die van de leenheer. Vaak knielde hij<br />
daarbij. <strong>De</strong> leenman toonde zo dat hij zich zou wijden aan de<br />
leenheer en dat hij zich als een ondergeschikte beschouwde;<br />
de leenheer toonde dat hij de leenman aanvaardde. Nadien<br />
kon nog een kus volgen. (ill. 1) Voor die kus ging de leenman<br />
staan. Dat gebaar maakte duidelijk dat er een soort van gelijkheid<br />
was tussen de leenheer en de leenman. Beiden konden<br />
bijvoorbeeld het contract opzeggen.<br />
Na de hulde volgde de eigenlijke eed van trouw. (ill. 2) <strong>De</strong><br />
leenman beloofde aan de leenheer dat hij zijn plichten zou<br />
vervullen. Die eed sprak hij rechtopstaand uit, terwijl hij<br />
zijn hand op een bijbel of een ander heilig voorwerp legde.<br />
Na de eed kwam de investituur. 44 <strong>De</strong> leenheer schonk de leenman het leen door hem een symbolisch voorwerp te overhandigen.<br />
Was het leen een stuk landbouwgrond, dan kreeg<br />
de leenman een kluit aarde. Was het een ambt, dan ontving hij<br />
een teken dat bij dat ambt hoorde – bijvoorbeeld een zwaard<br />
of een handschoen voor een politiek ambt. En was het leen een<br />
kasteel, dan kreeg de leenman een sleutel.<br />
Feodale chaos?<br />
In de negende en vooral de tiende eeuw verloren de koningen<br />
stilaan hun greep op hun leenmannen. Die werden op<br />
hun beurt leenheren. <strong>De</strong> koningen kregen achterleenmannen.<br />
En ook die kregen leenmannen. Haast alle leenman-