Uitvoeringsbesluit 'De Opgang' - Stadsdeel Amsterdam-Noord ...
Uitvoeringsbesluit 'De Opgang' - Stadsdeel Amsterdam-Noord ...
Uitvoeringsbesluit 'De Opgang' - Stadsdeel Amsterdam-Noord ...
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
Bijlage 2<br />
Samenvatting MER8<br />
Doel<br />
Doel van de herontwikkeling van de<br />
Buiksloterham is het geleidelijk herontwikkelen<br />
van een extensief gebruikt bedrijventerrein tot<br />
een hoogwaardig gemengd stedelijk gebied met<br />
zowel wonen als werken. De herontwikkeling<br />
van de Buiksloterham biedt mogelijkheden om<br />
invulling te geven aan milieudoelstellingen als<br />
het versterken van de ecologische potenties<br />
van de watergangen, aanpak van de bodemen<br />
grondwaterverontreiniging, aanpak van de<br />
grondwaterproblematiek en invulling te geven<br />
aan duurzaamheidsaspecten op het gebied<br />
van ruimtegebruik, materialengebruik, water en<br />
energie.<br />
De Buiksloterham is momenteel een gebied<br />
met een divers karakter en gebruik. Delen<br />
van het plangebied liggen braak en worden<br />
extensief gebruikt. In andere delen is sprake<br />
van een intensiever gebruik en zijn al spontane<br />
ontwikkelingen gaande. Het industrieterrein is<br />
geluidgezoneerd. De actuele milieubelasting<br />
(geluid, externe veiligheid) is in grote delen<br />
groot. Ook moet rekening worden gehouden met<br />
bodemverontreiniging.<br />
Opzet MER<br />
De herontwikkeling van de Buiksloterham is een<br />
geleidelijk transformatieproces waarbij de rol van<br />
de initiatiefnemer, de gemeente, zich vooral richt<br />
op het scheppen van voorwaarden. In het MER is<br />
de vraag beantwoord hoe het transformatieproces<br />
8 MER Herontwikkeling Buiksloterham/overhoeks, mei 2005<br />
– inclusief de milieurandvoorwaarden – het<br />
beste kan worden ingericht. De alternatieven<br />
die in het MER zijn uitgewerkt hebben<br />
daarom de vorm gekregen van scenario’s<br />
voor het transformatieproces in plaats van<br />
alternatieven in de vorm van stedenbouwkundige<br />
schetsontwerpen. De scenario’s zijn vertaald<br />
naar voorbeeld-inrichtingsmodellen waarvan de<br />
milieueffecten zijn beoordeeld.<br />
In de MER zijn drie scenario’s uitgewerkt:<br />
• Het scenario Randvoorwaarden scheppen<br />
scenario R) gaat uit van centrale sturing. De<br />
gemeente vervult een sturende en actieve rol<br />
en ontwikkelt integrale plannen voor het hele<br />
gebied. Onderdeel van het proces is dat de<br />
gemeente (milieu)randvoorwaarden stelt voor<br />
de ontwikkelingen. De randvoorwaarden geven<br />
aan welke functies waar mogelijk zijn, en welke<br />
functies worden uitgesloten. Deze sturende<br />
aanpak resulteert in een stedenbouwkundige<br />
aanpak voor het hele plangebied.<br />
• Het scenario Knelpunten oplossen (scenario<br />
K) gaat uit van het ontbreken van sturing.<br />
Initiatiefnemers (markt en/of gemeente)<br />
ontwikkelen plannen op kavelniveau, lossen hun<br />
eigen knelpunten op en brengen plannen los van<br />
elkaar in ontwikkeling. De overheid vervult vooral<br />
een passieve, toetsende rol aan bijvoorbeeld<br />
milieuregels.<br />
• Het scenario Gefaseerde uitwerking (scenario<br />
GU) gaat uit van een gefaseerde transformatie<br />
van de Buiksloterham. In dit scenario is een<br />
massastudie voor het hele plangebied als basis<br />
genomen waarbij drie bebouwingsfasen zijn<br />
onderscheiden.<br />
Er is geen MMA (meest milieuvriendelijke alternatief)<br />
uitgewerkt. Wel zijn aanbevelingen gedaan over<br />
de elementen die in het MMA een belangrijke rol<br />
kunnen spelen.<br />
Effecten<br />
Investeringsbesluit Buiksloterham, januari 2007<br />
Om te beginnen zijn de positieve milieueffecten<br />
en de negatieve (milieu)effecten van het<br />
transformatieproces van de Buiksloterham<br />
benoemd. Vervolgens zijn de (milieu)effecten van<br />
de drie scenario’s toegelicht.<br />
Positieve effecten zijn te behalen met:<br />
• de aanpak van de bodemproblematiek<br />
• de aanpak van de wateropgave in het gebied<br />
• de ontwikkeling van de ecologische potenties<br />
• behoud en versterking van de cultuurhistorische<br />
waarden<br />
• de ontwikkeling van langzaam verkeer- en<br />
openbaar vervoernetwerk<br />
• het verbeteren van de sociale structuur in het<br />
gebied.<br />
Negatieve effecten hangen samen met:<br />
• de toename van het aantal verkeersbewegingen<br />
in en rond het plangebied<br />
• de geluidssituatie op de hoofdontsluitingsroutes<br />
in het plangebied als gevolg van wegverkeer;<br />
• de luchtkwaliteit. De verslechteringen<br />
zijn het gevolg van de toegenomen<br />
verkeersintensiteiten. Er is echter geen sprake<br />
van overschrijding van de normen uit het Besluit<br />
luchtkwaliteit;<br />
• externe veiligheid als gevolg van bestaande<br />
bedrijvigheid in het gebied en transport van<br />
gevaarlijke stoffen over het water;<br />
• hinder tijdens de realisatiefase als gevolg van<br />
bouwactiviteiten.<br />
Beoordeling van scenario K en scenario<br />
GU laten zien dat een aanpak op een laag<br />
schaalniveau uiteindelijk leidt tot een minder<br />
goede milieusituatie en minder intensief<br />
ruimtegebruik. Een benadering van onderop,<br />
waarbij op kavelniveau (of het niveau van<br />
een deelgebied) de milieuproblemen worden<br />
aangepakt heeft tot gevolg dat milieubeperkingen<br />
die voor een groter gebied spelen, in belangrijke<br />
73