Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
opzichten groote overeenkomst vertoonde met het Koninklijk<br />
Paleis, vroeger Raadhuis, te Amsterdam; dat is niet te verwonderen,<br />
want de beeldhouwer Simon Bosboom, een <strong>van</strong> de voornaamste<br />
medewerkers aan het Amsterdamsche raadhuis, heeft ook gewerkt<br />
aan het Berlijnsche slot.<br />
De "albasten zaal" is in 1728 als middelpunt <strong>van</strong> de ceremoniën<br />
verdrongen door de z.g. "witte zaal", en heeft nadien voor niet<br />
veel meer dienst gedaan dan meubelmagazijn. Oorspronkelijk<br />
waren daarin opgesteld de standbeelden der 11 keurvorsten <strong>van</strong><br />
Brandenburg: Frederik I, Frederik U, Albrecht Achilles, Johan<br />
Cicero, Joachim I, Joachim U, Johan George, Joachim Frederik,<br />
Sigismund, George Wilhelm, en Frederik Wilhelm, waaraan later<br />
nog toegevoegd werd dat voor Frederik UI, den lateren koning<br />
Frederik I <strong>van</strong> Pruisen; al die beelden zijn <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong> Barth.<br />
Eggers, die ook het monument in de St. Jacobskerk te 's-Gravenhage,<br />
voor den Admiraal Wassenaar <strong>van</strong> Obdam heeft vervaardigd;<br />
zij staan thans in de "witte zaal", in nissen in de dammen tusschen<br />
de vensteropeningen. De "witte zaal" bevat nog meer werken <strong>van</strong><br />
Eggers, n.l. de standbeelden <strong>van</strong> Julius Cesar, Constantijn den<br />
Groote, Karel den Groote en Keizer Rudolph, terwijl ook 6 gipsen<br />
relieftableaux, eveneens oorspronkelijk bestemd voor de albasten<br />
zaal, vrij zeker <strong>van</strong> hem afkomstig zijn. Die "keurvorsten- en<br />
keizerbeelden" met de allegorische reliefs, hebben tezamen één<br />
geheel uitgemaakt, strekkende tot verheerlijking <strong>van</strong> den Grooten<br />
Keurvorst. Gurlitt, die deze meening heeft bestreden, heeft de<br />
reliefs, in plaats <strong>van</strong> aan Eggers, toegeschreven aan Andreas<br />
Schlüter den Jongere. Volgens Galland is echter de stijl daar<strong>van</strong><br />
zoo door en door <strong>Nederland</strong>sch en doen zij zóó sterk aan de school<br />
<strong>van</strong> Quellijn denken, dat Barth. Eggers, die de standbeelden heeft<br />
gemaakt, ook wel de schepper <strong>van</strong> de reliefs moet geweest zijn;<br />
waarvoor ook nog pleit een in de archieven aanwezige brief <strong>van</strong><br />
Eggers <strong>van</strong> het jaar 1680, waarin sprake is <strong>van</strong> 6, door hem vervaardigde,<br />
beeldhouwwerken, waarmede moeilijk anders dan die<br />
teliefs bedoeld kunnen zijn. Dat de naam <strong>van</strong> Schlütet er mede<br />
in verband gebracht is, meent hij aldus te mogen verklaren, dat<br />
de oorspronkelijke marmeren reliefs <strong>van</strong> Eggers gebroken zijn,<br />
en dat Schlüter <strong>van</strong> de stukken, zooveel noodig na herstelling,<br />
de afgietsels in gips heeft gemaakt, die nu in de "witte zaal"<br />
aanwezig zijn.<br />
Ook het grafmonument in de Mariakerk te Berlijn voor den<br />
veldmaarschalk <strong>van</strong> Sparr werd vroeger aan Eggers toegeschreven;<br />
Galland heeft evenwel onomstootelijk bewezen dat dit <strong>van</strong> den<br />
1°3