Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
- -- --------- - --<br />
Bij dat bondgenootschap is <strong>van</strong> een idieele verstandh<strong>oud</strong>ing<br />
tusschen beide rijken allerminst sprake geweest. Het was een zuiver<br />
"mariage de raison"; men had elkander noodig; en daarmede uit.<br />
Zoowel Denemarken als de <strong>Nederland</strong>en stelden prijs op elkanders<br />
steun tegenover de opkomende macht <strong>van</strong> het krijgshaftige Zweden;<br />
Denemarken uit vrees voor zijn bestaan, de <strong>Nederland</strong>ers met<br />
het oog op de handelsbelangen in de Oostzee, die voor hen ook<br />
bijna een levenskwestie waren; bovendien met het oog op de<br />
gespannen verh<strong>oud</strong>ing ten opzichte <strong>van</strong> Engeland, den onder<br />
Cromwell tot zulk een geduchte macht gegroeiden mededinger.<br />
Het lag daarbij niet in den aard der nuchtere, practische politiek<br />
der Staten gevoelsargumenten te laten gelden. Bij meer dan ééne<br />
gelegenheid heeft <strong>Nederland</strong> dan ook zijn bondgenoot in den steek<br />
gelaten, omdat zijn eigen belang zulks meebracht. Zelfs te midden<br />
<strong>van</strong> den felsten krijg, verloor de politiek der Vereenigde Provinciën<br />
geen oogenblik uit het oog, dat Denemarken wel geholpen moest<br />
worden, maar toch ook weer niet te veel. Het mocht den bond- I ,<br />
genoot niet al te goed gaan; dat zou gevaarlijk kunnen worde<strong>nl</strong><br />
Toen Karel X August in 1656 half Europa in beroering bracht<br />
door met zijn toenmaligen bondgenoot Brandenburg, Polen nagenoeg<br />
onder den voet te loopen en Dantzig bedreigde, was de<br />
<strong>Nederland</strong>sche gezant in Kopenhagen druk in de weer om Frederik<br />
III aan te sporen Zweden aan te vallen, en werd een <strong>Nederland</strong>sche<br />
vloot, onder Wassenaar <strong>van</strong> Obdam, naar de Oostzee gezonden<br />
om de <strong>Nederland</strong>sche belangen te verdedigen. Maar zoodra<br />
de handelsbelangen door het verdrag <strong>van</strong> Elbing in veiligheid<br />
waren gebracht, keerde, tot groote teleurstelling <strong>van</strong> de Denen,<br />
die vloot zonder een schot gelost te hebben, weder naar het<br />
vaderland terug. Toen in het volgend jaar de Deensche koning<br />
werkelijk tot den oorlog besloot, heeft het <strong>van</strong> hulp <strong>van</strong> de Staten<br />
al heel weinig bemerkt. In den winter <strong>van</strong> 1657-' 58 heeft Karel X,<br />
door zijn vermetelen tocht over de bevroren zeearmen, nagenoeg<br />
het geheele - door een paniek be<strong>van</strong>gen - Denemarken bemachtigd<br />
en het tot den hoogst na<strong>deel</strong>igen vrede <strong>van</strong> Roskilde gedwongen.<br />
Denemarken heeft daarbij niet alleen al zijn Zweedsche provinciën,<br />
maar nog uitgebreide andere gebieden aan zijn overwinnaar<br />
moeten afstaan, zonder dat de Staten zich veel moeite hebben<br />
gegeven om die harde voorwaarden verzacht te krijgen. Nu was<br />
het wel waar, dat de <strong>Nederland</strong>en alleen hadden kunnen helpen<br />
met een vloot, en dat die vloot in dien strengen winter toch niets<br />
had kunnen uitrichten, maar toch krijgt men den stelligen indruk<br />
dat het den Staten eige<strong>nl</strong>ijk wel aangenaam was, dat Denemarken<br />
172.