Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
schen gesloten overeenkomst. Wel kon zij <strong>van</strong> de Regeering niet<br />
gedaan krijgen, dat al die anderen bepaaldelijk geweerd z<strong>oud</strong>en<br />
worden, maar zij bemoeilijkte hun toch het bedrijf, zooveel als<br />
zij maar kon; aan de Denen werd duidelijk te verstaan gegeven,<br />
dat hun toelating uitsluitend moest beschouwd worden als een<br />
welwillendheid en geenszins als een recht.<br />
Dit nu is oorzaak geweest <strong>van</strong> nieuwe strubbelingen met den<br />
Deenschen koning, die geleid hebben tot onderhandelingen en<br />
processen, welke, zelfs bij het voor goed eindigen <strong>van</strong> het octrooi<br />
in 1642, nog niet waren afgeloopen.<br />
De rechtstreeksche aa<strong>nl</strong>eiding is geweest de oprichting <strong>van</strong> een<br />
Deensche compagnie voor walvisch<strong>van</strong>gst, in 1622, aan het hoofd<br />
waar<strong>van</strong> kwam te staan een Duitscher J ohann Braam, met octrooi<br />
voor de visscherij aan de Noordkaap en op Groe<strong>nl</strong>and. Toen<br />
Braam het eerste jaar kwam visschen met Deensche schepen, had<br />
men hem rustig zijn gang laten gaan; maar toen hij het volgend<br />
jaar verscheen met Baskische visschers (de meest ervaren walvischvaarders,<br />
<strong>van</strong> wie Hollanders en Engelschen het vak geleerd hadden),<br />
met wie hij een contract had gesloten, dat zij in zijn naam<br />
z<strong>oud</strong>en visschen, werd a.an dezen de toegang tot de Mauritiusbaai<br />
en andere baaien op Spitsbergen geweigerd. De Deensche koning,<br />
die daarin een inbreuk zag op zijn kroonrechten, heeft daar hevig<br />
tegen geprotesteerd. Tal <strong>van</strong> vertoogen heeft hij gericht tot de<br />
Staten, meermalen heeft hij met vergeldingsmaatregelen gedreigd,<br />
maar aangezien deze niet door daden gevolgd werden, heeft hij<br />
het pleit niet kunnen winnen. Na het eindigen <strong>van</strong> het octrooi<br />
der compagnie, toen de <strong>Nederland</strong>sche walvischvaart vrij was<br />
gesteld, heeft men <strong>van</strong> beide zijden ingezien, dat de <strong>Nederland</strong>sche<br />
en de Deensche walvischvaarders, ook al hadden zij vreemdelingen<br />
in dienst, best naast elkaar konden bestaan, zonder elkaar te hinderen<br />
of geweld aan te doen; daarmede was de zaak eindelijk<br />
opgelost.<br />
Bij het eindigen <strong>van</strong> dat octrooi is de <strong>Nederland</strong>sche walvisch<strong>van</strong>gst<br />
eerst flink gaan bloeien. Zwaarder en veel sterker bemande<br />
schepen werden toen uitgerust; ook het aantal schepen en de <strong>van</strong>gsten<br />
namen sterk toe. Trokken in den compagniestijd, zelfs in de<br />
beste jaren, hoogstens 25 schepen uit, en dan nog tamelijk kleine,<br />
later bedroeg dat aantal gemiddeld wel 150 per jaar. Volgens een<br />
bij de firma Enschedé te Haarlem, in 1770 uitgegeven "Alphabetische<br />
Lijst <strong>van</strong> alle Goe<strong>nl</strong>andsche en Straat Davis Commandeurs<br />
enz.", kwam dat aantal soms boven de 200 uit. Er liepen<br />
ook wel slechte jaren tusschen, zooals bijv. die <strong>van</strong> den Negen-<br />
167