Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Voortrekkers van oud Nederland, deel 1 - Vijfeeuwenmigratie.nl
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
Arent de Roy was werkzaam aan de sloten Wadstena en Linnköping;<br />
Hendrik <strong>van</strong> der Huflue en Willem Boyen, later slotvoogd<br />
<strong>van</strong> Swartsjö, en daarna Caspar Planten, werkten vele jaren aan<br />
het - in 1697 afgebrande - Stockholmer slot; Lodewijk <strong>van</strong> Hoffwen<br />
ontwierp voor Karel IX de plannen voor een nieuwe stad<br />
bij Gullberg. Van de Zuidnederlandsche familie de Besche, bestaande<br />
uit vier broeders, was de <strong>oud</strong>ste, Willem, op wien wij<br />
nader terug komen, de hoogst bekwame medewerker <strong>van</strong> den<br />
beroemden Lodewijk de Geer; bouwde Gerard de, later afgebrande,<br />
torenspitsen <strong>van</strong> de Domkerk te Upsala, maakte Gilles de ontwerpen<br />
voor het kasteel Wibyholm, voor de weduwe <strong>van</strong> Karel IX,<br />
en bouwde hij gelijktijdig het slot te Nyköping; werkte de jongste,<br />
bouwmeester <strong>van</strong> den toren der Duitsche kerk te Stockholm, ook<br />
aan het reeds boven genoemde slot aldaar.<br />
Hoewel die bouwmeesters verdienstelijk werk hebben verricht<br />
en hebben bijgedragen tot het doordringen <strong>van</strong> de <strong>Nederland</strong>sche<br />
renaissance, ook in Zweden, waren zij toch op kunstgebied geen<br />
evenknieën <strong>van</strong> de groote <strong>Nederland</strong>sche bouwmeesters in Noord<br />
Duitschland en Denemarken. Het meest op den voorgrond getreden<br />
is de Mechelsche architect-beeldhouwer Boyen, een leerling<br />
<strong>van</strong> Cornelis Floris en gunsteling <strong>van</strong> Johan lIl. Dat zijne scheppingen<br />
op een minder hoog peil stonden dan die <strong>van</strong> de besten<br />
zijner <strong>Nederland</strong>sche kunstbroeders, is misschien wel ten <strong>deel</strong>e<br />
daaraan te wijten, dat de koning zichzelf als zeer kunstzinnig<br />
beschouwde en veel invloed op de uitvoering <strong>van</strong> de bouwwerken<br />
uitoefende. Er is <strong>van</strong> al die kasteelen in hun oorspronkelijken<br />
vorm weinig meer overgebleven; de meeste zijn verbrand en<br />
anders opgebouwd of als ruïnes overgebleven. Alleen Wadstena<br />
en Kalmar geven, volgens Prof. Slothouwer, nog eenigen indruk<br />
<strong>van</strong> de vroegere pracht.<br />
Uit een later tijdperk is voor ons <strong>Nederland</strong>ers nog <strong>van</strong> belang<br />
het tusschen 1641 en 1660, op last <strong>van</strong> Axel Oxenstjierna gebouwde<br />
"Riddarhuset" (het Adelshuis ) *), opgetrokken <strong>van</strong> baksteen met<br />
zandsteenen pilasters, omdat naast den Franschen bouwmeester<br />
Jean de la Valleé, de bekende Amsterdammer Justus Vingboons<br />
een belangrijk aan<strong>deel</strong> in den bouw heeft gehad.<br />
De <strong>Nederland</strong>sche beeldhouwkunst is nog door vele monumenten<br />
vertegenwoordigd. Zoo vindt men in den Dom te Upsala de<br />
grafmonumenten voor GustaafWasa **) en voor Johan III en in de<br />
kerk te Strengnäs voor prinses Elisabeth, alle <strong>van</strong> de hand <strong>van</strong><br />
*) Zie PI. 42.<br />
**) Zie PI. 43.<br />
110