finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.3 Fase 3: Afbraak<br />
De rampzalige brand in het Paleis voor Volksvlijt (voorjaar 1929), en de kromgebogen restanten van het ingestorte bouwwerk.<br />
3.3.2 Rampen<br />
Tijdelijke bouwwerken vormen een uitzondering als het gaat om de levensduur van een<br />
gebouw. De meeste bouwwerken worden neergezet om langer mee te gaan. Sommigen dienen<br />
zelfs tot in de eeuwigheid stand te houden, denk aan kerken en moskeeën. 157 Maar zelfs als een<br />
gebouw goed onderhouden wordt, en door restauratie het onvermijdelijke verval wordt<br />
tegengegaan, kan het getroffen worden door een ramp. Met een ramp bedoel ik hier<br />
vernietiging die niet moedwillig in gang is gezet. Een gerichte, vijandelijke aanval op een<br />
specifiek gebouw, zoals de Franse belegering van de Valkhofburcht, betreft in mijn definitie<br />
dus geen ramp. Een gebouw dat verloren is gegaan omdat het gebied waarin het staat is<br />
gebombardeerd, vormt wat dat betreft een twijfelgeval. In zo’n casus is er wel degelijk sprake<br />
van moedwillige vernietiging, maar die is niet doelgericht op juist dat ene gebouw. Deze in<br />
oorlogen veelvoorkomende gevallen, waar relatief vaak initiatieven voor reconstructie op<br />
volgen, zijn zoals eerder gezegd bewust buiten het bestek van deze thesis gehouden. Ik ga daar<br />
hier dus ook verder niet op in.<br />
Het lot dat het Paleis voor Volksvlijt heeft getroffen is duidelijk een voorbeeld van een<br />
ramp die zich zonder moedwilligheid heeft voltrokken. Achteraf kun je zeggen dat de<br />
ontwerpers met de keuze voor gietijzer en glas het ongeluk over zich hebben afgeroepen. Maar<br />
destijds wist men simpelweg nog niet dat een dergelijke constructie bij een uitslaande brand<br />
als een kaartenhuis in elkaar zou storten. Het resultaat is er in elk geval niet minder tragisch<br />
om. Dergelijke tragiek kan als argument worden ingezet om voor de reconstructie te pleiten<br />
van een monument dat, tegen ieders wil, aan een ramp ten onder is gegaan.<br />
Omgekeerd kan het feit dat een gebouw juist níet het slachtoffer is geweest van een ramp,<br />
maar moedwillig is gesloopt, gebruikt worden als argument om van reconstructie af te zien.<br />
Om zijn mening te onderbouwen dat de reconstructie van de ‘Utrecht’ maar moeilijk te<br />
legitimeren is, benadrukt De Kam dat het gebouw niet verdween ‘door toedoen van een<br />
natuurramp of vlammenzee, maar door een aandoening waar menige gebouw aan ten onder<br />
157 Het lijkt er echter wel op in de bouwpraktijk tegenwoordig anders over tijdelijkheid wordt gedacht dan vroeger.<br />
Cornelissen-Bakker zegt daarover: ‘Men bouwt vaak niet meer voor de eeuwigheid. Als het maar vijftig jaar staat, is<br />
het goed.’ En Benthem van Benthem Crouwel Architecten zei in 2000 iets vergelijkbaars: ‘De tijd dat gebouwen<br />
voor de eeuwigheid werden neergezet, is allang voorbij.’ (Erdogan, A., ‘Hotel bij CS moet alweer gesloopt’ in Het<br />
Parool, 03-02-2000)<br />
101