finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.1 Denslagen<br />
Wereldoorlog, kreeg het monumentenbeleid vanaf de tweede helft van de twintigste eeuw<br />
echter steeds meer politiek gewicht. De langverwachte wettelijke grond voor<br />
monumentenzorg kwam in 1961, met de eerste monumentenwet. 71 Deze werd in 1988<br />
opgevolgd door de huidige monumentenwet.<br />
In de jaren negentig werd de uitvoer van het monumentenbeleid, dat nog altijd op de<br />
centralistische leest van de voormalige Duitse bezetter was geschoeid, grotendeels<br />
gedecentraliseerd. Daardoor kregen gemeenten aanzienlijk meer invloed op hun eigen<br />
monumentenbestand. Tegelijkertijd werd er vanuit het ministerie meer geld vrijgemaakt om<br />
de opgelopen restauratieachterstand weg te werken.<br />
Al deze goedbedoelde politieke tegemoetkomingen aan monumenten ten spijt, worden de<br />
historische binnensteden nog steeds voortdurend bedreigd door een bestuurlijke<br />
vernieuwingsdrang. En anders dan het grote publiek verwacht, gaat de nationale of<br />
gemeentelijke monumentenzorg daar lang niet altijd tegen in. Denslagen geeft meerdere<br />
voorbeelden waarin de monumentenzorg zich zelfs ruiterlijk positief uitspreekt voor<br />
vernieuwingsplannen die ten koste gaan van, al dan niet beschermde, monumenten of<br />
stadsgezichten. Volgens Denslagen is dat onder meer te wijten aan het feit dat de<br />
monumentenzorg bang is voor het stoffige en conservatieve imago, dat het lange tijd heeft<br />
aangekleefd. Die angst is echter maar een symptoom van wat we zojuist hebben gezien,<br />
namelijk dat de monumentenzorg in de decennia na de Tweede Wereldoorlog verregaand is<br />
geprofessionaliseerd.<br />
De professionalisering van de monumentenzorg liep volgens Denslagen parallel aan die van<br />
het Nederlandse natuurbeheer. In deze sector werden bij dat professionaliseringsproces ‘de<br />
plaatjes uit de Verkade-albums (…) vervangen door theorieën over zelfregulerende<br />
ecosystemen.’ 72 Dat betekende dat de natuurbescherming zich begon af te keren van het sterk<br />
gecultiveerde landschap zoals Jac. P. Thijsse dat begin twintigste eeuw in opdracht van<br />
Verkade beschreven had. Ter vervanging daarvan streefde de natuurbescherming een<br />
reconstructie van de oertoestand van de natuur na. Omdat de monumentenzorg juist grote<br />
twijfels heeft bij reconstructies, lijkt de parallel die Denslagen trekt tussen de<br />
professionalisering van het natuurbeheer en de monumentenzorg wellicht onlogisch.<br />
De overeenkomst zit hem dan ook niet in de waardering voor reconstructies, maar in het<br />
uitschakelen van hobbyistische nostalgie. Denslagen stelt dat ‘in de monumentenzorg (…) de<br />
liefhebberende oudheidkundigen vervangen (zijn) door universitair geschoolde architecten en<br />
kunsthistorici.’ 73 Deze academici wilden net als de ecologen hun vakgebied zuiveren van<br />
nostalgisch sentiment: ‘Zoals de biologische wetenschap de nostalgische natuurbeleving uit het<br />
overheidsbeleid heeft kunnen verdringen, zo hebben modernistische theorieën over kunst en<br />
71 In 1940 had generaal Winkelman al een order met de kracht van wet uitgevaardigd waarin stond dat ‘elk oud<br />
bouwwerk’ pas mocht worden gesloopt of veranderd als de Rijkscommissie voor de Monumentenzorg daar<br />
toestemming voor had gegeven. Maar een zelfstandige monumentenwet kwam dus pas twintig jaar later. (Pots, R.,<br />
Cultuur, koningen en democraten, , overheid & cultuur in Nederland, SUN, Nijmegen 2000, p 203)<br />
72 Denslagen (2004), p 82<br />
73 Idem, p 83<br />
54