finalVersion
finalVersion
finalVersion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
3.1 Fase 1: Ontwerp en bouw<br />
Ontwerpschets van J.J.P. Oud voor De Kiefhoek. Het Philipspaviljoen in aanbouw<br />
(beton op een staalskelet).<br />
vermoedelijk omdat het hier gaat om de discussie hoe oud de burcht eigenlijk is. Hoe ouder de<br />
burcht, hoe meer geschiedenis er aan de burcht vastzit. En dat versterkt het argument om (een<br />
gedeelte van) de burcht te reconstrueren, zo zou zijn redenering kunnen luiden. Boshouwers<br />
spreekt dat echter nergens specifiek zo uit.<br />
3.1.2 Naamsbekendheid architect<br />
Van twee van de drie casussen die voortbouwen op een eerder bouwwerk, is de architect<br />
niet bekend. Daarmee doel ik op de Donjon en het St. Lucasgildehuis. Van de (spits van de)<br />
Haringpakkerstoren weet men wel wie er voor het ontwerp getekend heeft, en hetzelfde geldt<br />
voor de overige vijf casussen. Geen van de architecten waarvan we weten dat ze<br />
verantwoordelijk waren voor het ontwerp van deze zes casussen, is nog in leven. Niettemin<br />
genieten vijf ervan, hoewel niet in gelijke mate, nog steeds bekendheid.<br />
Wat betreft de bekendheid van de architect, is het Philipspaviljoen een bijzonder geval.<br />
Niemand zal de roem en de invloed van Le Corbusier, op wiens naam het paviljoen officieel<br />
staat, in twijfel trekken. Denslagen bijvoorbeeld noemt het paviljoen een ‘kunstwerk van de<br />
grote bouwmeester.’ Voor hem is dat een belangrijk argument voor een reconstructie: ‘Als<br />
herinnering, als eerbetoon aan een groot architect.’ Het maakt hem niet zoveel uit dat Le<br />
Corbusier eigenlijk ‘niet erg geïnteresseerd (was) in de bouw van het Philips paviljoen’, en<br />
daarom ‘het grootste deel van het ontwerpwerk liet (…) doen door de veel jongere Griekse<br />
ingenieur-componist Iannis Xenakis.’ 105 Deze anekdotische leerling-leermeester verhouding<br />
kende overigens een tragisch einde. Een verzoek bij zijn meerdere om erkenning voor de<br />
gedane arbeid voor het Philipspaviljoen, kwam Xenakis op ontslag te staan: ‘Zo gaf Le<br />
Corbusier de wereld de componist Xenakis in plaats van de architect Xenakis.’ 106 Het moge<br />
duidelijk zijn dat er in de argumentatie voor de reconstructie van het Philips paviljoen vooral<br />
geschermd wordt met de klinkende naam Le Corbusier. Daar valt nu eenmaal meer draagvlak<br />
mee te winnen dan met het noemen van de veel minder bekende Xenakis.<br />
Iets minder beroemd dan Le Corbusier, maar eveneens een internationaal erkend<br />
boegbeeld van het moderne bouwen, is de architect van De Kiefhoek, J.J.P. Oud. ‘In de tweede<br />
105 Hulsman, B., ‘Geef me twee miljoen en ik bouw het ding’ in NRC Handelsblad, 19-06-2006<br />
106 Idem<br />
81