27.09.2013 Views

finalVersion

finalVersion

finalVersion

SHOW MORE
SHOW LESS

You also want an ePaper? Increase the reach of your titles

YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.

5 Conclusie<br />

een historiserende reconstructie simpelweg mooier dan modernistische bouw, terwijl anderen<br />

bij het idee alleen al strooien met termen als kitsch, decorbouw en Anton Pieck. Kortom, het<br />

palet aan telkens weer tegengestelde argumenten is zeer uitgebreid. Maar het assortiment is<br />

niet oneindig. Uiteindelijk blijkt toch dat steeds dezelfde thema’s terugkomen, en aan de hand<br />

van die thema’s ben ik met de tweede onderzoeksvraag aan de slag gegaan.<br />

Tijdens de data-analyse werd het al gauw duidelijk dat men in de interviews, boeken en<br />

artikelen regelmatig van het ene argument naar het andere springt, en weer terug. Dat maakte<br />

het in eerste instantie een gecompliceerde taak om de diverse standpunten van verschillende<br />

personen tegenover elkaar te zetten, en met elkaar in verband te brengen. Precies om die<br />

reden vroeg ik mij in de tweede onderzoeksvraag af hoe de argumenten aan de hand van een<br />

coderingsstelsel op systematische wijze geanalyseerd zouden kunnen worden. Tevens wilde ik<br />

weten in hoeverre de waardetheorie van Riegl een bijdrage zou kunnen leveren aan de<br />

ontwikkeling van zo’n coderingsstelsel.<br />

Laat ik beginnen met het tweede deel van deze onderzoeksvraag. Vermoedelijk is het<br />

onderscheid tussen herinneringswaarden en actuele waarden de belangrijkste bijdrage van<br />

Riegl geweest in de ontwikkeling van mijn eigen coderingstelsel. In het fasenstelsel, zoals dat<br />

stelsel is gaan heten, is dit onderscheid namelijk terug te herkennen in de tweedeling<br />

referentiefasen en realisatiefase. Maar ook in een aantal andere opzichten komt de theorie van<br />

Riegl terug in de verschillende categorieën binnen het stelsel.<br />

Zo verwijst fase één voor een belangrijk deel naar de historische waarde van Riegl, terwijl<br />

zijn ouderdomswaarde een belangrijke stempel drukt op fase twee. De gebruikswaarde heeft<br />

met name in fase twee zijn weerslag gehad, en kwam nog een keer terug in de paragraaf over<br />

de financiële haalbaarheid van een reconstructie (in fase vijf). En ook naar de<br />

nieuwheidswaarde en de relatieve artistieke kunstwaarde heb ik een aantal keer verwezen,<br />

bijvoorbeeld toen het ging over respectievelijk eigentijdsheid (subparagraaf 4.4.1) en artistieke<br />

overwegingen bij afbraak (subparagraaf 3.3.3).<br />

Een aantal ter sprake gekomen thema’s, onder andere in fase vier en delen van fase vijf,<br />

zijn zo specifiek voor reconstructies, dat de theorie van Riegl op de daartoe behorende<br />

argumenten nauwelijks van toepassing kon zijn. Riegl heeft zijn waardenstelsel immers<br />

ontwikkeld voor nog bestaande gebouwen, en niet voor reconstructies. Het waardenstelsel van<br />

Riegl bood mij daarom niet de mogelijkheid alle argumenten in een passende categorie onder<br />

te brengen. De ontwikkeling van het fasestelsel was dan ook vooral bedoeld om deze hiaten op<br />

het gebied van de waardering van reconstructies te ondervangen met een nieuw<br />

coderingsstelsel (waarbij Riegl’s verhelderende visie op de waarden van monumenten wel op<br />

de achtergrond aanwezig bleef).<br />

Heeft het fasenstelsel gewerkt? Dat is in wezen waar het eerste deel van de tweede<br />

onderzoeksvraag antwoord op wil hebben. En die vraag kan met een ja beantwoord worden.<br />

De toepassing van het fasenstelsel toont aan, dat de casussen aan de hand van mijn<br />

coderingsstelsel op systematische wijze geanalyseerd kunnen worden. Door alle argumenten te<br />

verdelen over fasegerelateerde categorieën, subcategorieën en themagebieden, heb ik<br />

187

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!