finalVersion
finalVersion
finalVersion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.2 Riegl<br />
zijn geworden bij het grote publiek. De afkeer van moderne architectuur is vaak nog groter,<br />
wanneer zij wordt toegepast in historische binnensteden. Die toevoegingen aan het<br />
eeuwenoude straatbeeld worden vaker gezien als verstoringen dan als verrijkingen. Daarin<br />
speelt mee dat moderne architectuur meestal contrasteert met zijn omgeving, terwijl het<br />
merendeel van de architecten vóór de twintigste eeuw nog zochten naar stilistische aansluiting<br />
met wat er al stond.<br />
Er is nog een andere verklaring te bedenken voor het feit dat de nieuwheidswaarde van<br />
monumenten sinds Riegl relatief veel aanhang heeft verloren. Het modernistische geloof in<br />
een nakende overwinning van de creërende mens op de destructieve natuur heeft in de<br />
twintigste, en in de net begonnen eenentwintigste eeuw, de nodige deuken opgelopen. En juist<br />
in dat geloof zocht Riegl een verklaring voor de populariteit van de nieuwheidswaarde. 93<br />
Dat Riegl niet heeft voorzien dat het de nieuwheidswaarde zo relatief snel aan invloed in<br />
zou boeten, komt waarschijnlijk deels voort uit zijn ervaringen met de negentiende-eeuwse<br />
monumentenzorg. In zijn tijd waren veel ingrijpende en irreversibele restauraties van<br />
monumenten gericht op het verwijderen van alle latere toevoegingen, die wat betreft<br />
bouwstijl afweken van het origineel. Toevoegingen die stilistisch afwijken, herinneren er<br />
immers aan dat een monument intussen al een lange geschiedenis achter zich heeft, en dus<br />
niet nieuw is. Precies zoals de nieuwheidswaarde voorschrijft, was het de bedoeling van<br />
dergelijke restauraties om weer tot een eenduidig, en daardoor minder aangetast, beeld te<br />
komen.<br />
In sommige gevallen werd gekozen voor een modernistische invulling van het verwijderde<br />
(authentieke) materiaal, maar meestal werden de opengevallen gaten opgevuld met meer of<br />
minder historisch verantwoorde reconstructies. Er werd daarbij uitgegaan van wat er<br />
oorspronkelijk, dus voor het aanbrengen van de verwijderde toevoegingen, gezeten zou<br />
kunnen hebben. Riegl constateerde dat in zijn tijd deze (achteraf omstreden)<br />
restauratiemethode, die feitelijk in de praktijk bracht wat volgens de historische waarde alleen<br />
op papier mocht gebeuren, gaandeweg minder voorkwam. Maar dat was voor Riegl kennelijk<br />
onvoldoende reden om te ervan uit te gaan dat de nieuwheidswaarde zoveel terrein zou<br />
verliezen aan de historische waarde en de ouderdomswaarde, als in de loop van de twintigste<br />
eeuw is gebeurd. 94<br />
Dat de nieuwheidswaarde relatief minder dominant geworden is, betekent overigens niet<br />
dat zij helemaal verdwenen is. Denk bijvoorbeeld aan de vele recente restauraties waarbij een<br />
monument zo grondig wordt opgeknapt, dat zij er uit ziet als nieuw. Bovendien, als het gaat<br />
93 Aan de andere verklaring die hij hiervoor geeft, namelijk dat net als bij de ouderdomswaarde voor het<br />
appreciëren van een nieuwheidswaarde geen opleiding vereist is, kan de afname van de aanhang in elk geval niet<br />
worden toegeschreven. Dat geldt immers nog steeds.<br />
94 Het is opvallend hoe sterk de nieuwheidswaarde nog wel vertegenwoordigd is in het huidige China. Dit land is de<br />
laatste jaren in sneltreinvaart aan het moderniseren. Hans Moleman stelt dat Chinese stadsbesturen van mening zijn<br />
dat ‘wat oud is geen waarde heeft.’ En daarom laten ze, net als veel Europese stadsbesturen ruim een halve eeuw<br />
geleden, oude binnensteden slopen en vervangen door moderne hoogbouw. (Moleman, H., ‘Vooruitgang’ in de<br />
Volkskrant, 04-01-2007. Zie voor een fotoreportage van dit proces: Sze Tsung Leong: History images.)<br />
64