27.09.2013 Views

finalVersion

finalVersion

finalVersion

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4.4 Fase 5(d): Tijdsgeest<br />

zoals de boerderettes waar Den Boer ook al even naar verwees. 346 Je ontkomt daarbij niet aan<br />

de conclusie dat veel zogeheten woonconsumenten dat soort woningen blijkbaar mooi vindt.<br />

De kritiek van professionals uit de architectuurwereld luidt evenwel, dat<br />

cataloguswoningen te weinig architectonische kwaliteit bezitten. En ook Cornelissen-Bakker<br />

is geen grote liefhebber van het catalogusgenre. Toch is ze van mening dat als mensen<br />

catalogusbouw en het bijbehorende arsenaal aan allerhande tuinversieringen mooi vinden, er<br />

ook ruimte voor moet zijn. Dat neemt niet weg dat er volgens haar plekken bestaan waar je<br />

voorzichtiger mee moet zijn, plekken die je vrij zou moeten houden van dergelijke praktijken.<br />

Ze zegt in dat verband dat het ‘toch ook een rol van de kunst (is) om mensen te verheffen en<br />

op te voeden.’<br />

Hoewel schoonheid voor veel mensen een belangrijk thema is in hun afkeer van moderne<br />

bouwkunst, is erkenning voor hun smaak niet het enige dat ze missen in de architectuur van<br />

het modernisme. Ook wat betreft geborgenheid en herbergzaamheid lijken ze niet voldoende<br />

te worden bediend door de modernistische architecten. Jan Schuur van het Ruimtelijk<br />

Planbureau stelt dat ‘de eenzijdige rationalisatie van landschap en stad (…) voorbijgaat aan de<br />

hechte band die de bewoner met zijn omgeving heeft.’ 347 Dat levert volgens hem een<br />

verlangen op ‘naar herkenbaarheid en hechting, naar plekken die (…) geborgenheid geven.’ 348<br />

Van Well beweert eveneens dat nostalgie uit die onbevredigende situatie voortkomt:<br />

‘Moderne architectuur kan blijkbaar geen herbergzaamheid bieden, en daardoor gaan mensen<br />

verlangen naar wat er vroeger was.’ En het is juist die herbergzaamheid en geborgenheid die<br />

Van Well in zijn reconstructie van de Haringpakkerstoren tot uitdrukking wil laten komen.<br />

Hij wordt daarin ondersteund door het onderzoek van Ganzeboom, dat stelt dat monumenten<br />

bij uitstek geschikt zijn om de herbergzaamheid van de stad te verhogen. 349 Al is het natuurlijk<br />

de vraag in hoeverre die stelling ook opgaat voor reconstructies van verdwenen monumenten.<br />

Herman Hertzberger zet in elk geval grote vraagtekens bij het plan voor de reconstructie<br />

van het Paleis voor Volksvlijt. De uitgesproken modernistische architect doet het initiatief van<br />

Schippers af als ‘schandalige nostalgie.’ 350 Het hele idee is volgens hem ‘waanzin (…), een<br />

vorm van pessimisme die onze moderne, fantastische mogelijkheden en middelen ontkent, net<br />

als die idiote kastelen die overal verrijzen.’ 351 Schrijver Kees van Kooten was geschokt door<br />

deze opmerkingen van de bekende bouwmeester (van wie hij het Muziekcentrum Vredenburg<br />

diep bewondert). Van Kooten vraagt zich af of al het nieuwe dan in principe beter is ‘dan het<br />

herstellen van een mooi, oud schoolvoorbeeld?’ 352 Hij kan het zich nauwelijks voorstellen, en<br />

de initiatiefnemer van de reconstructie van het Paleis uiteraard evenmin.<br />

346 Onder boerderette wordt volgens de Dikke Van Dale (versie 14) een ‘nagebouwd boerderijtje’ verstaan.<br />

347 Schuur, J., ‘Geen weemoed, maar deemoed’, S&RO, nr. 3 (2003), p 74<br />

348 Idem<br />

349 Ganzeboom (1982), p 9<br />

350 Vries, M. de, ‘Niemand heeft nog oog voor de straat’ in Het Parool, 26-10-2002<br />

351 Idem<br />

352 Bloemkolk, J., ‘Dat zijn van die cyclische dingen’ in Het Parool, 02-11-2002<br />

173

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!