finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
2.2 Riegl<br />
echter een veel bredere definitie gehanteerd. Alle tastbare en zichtbare ‘creations formed by<br />
hand of man’ zijn volgens deze zienswijze in potentie monument. 79 Welke werken<br />
daadwerkelijk als monument worden beschouwd, is afhankelijk van de waarde die aan de<br />
werken wordt toegekend. Zijn stelsel moest helpen te bepalen welke waarden er bij een<br />
bepaald monument in het geding zijn, en welke onderlinge conflicten er bij de waardestelling<br />
ervan te verwachten zijn.<br />
Riegl heeft de zes categorieën van zijn waardenstelsel onderverdeeld in twee<br />
overkoepelende categorieën. De ouderdomswaarde, de historische waarde en de bewuste<br />
herdenkingswaarde behoren tot de herinneringswaarden, en de gebruikswaarde, de<br />
nieuwheidswaarde en de relatieve artistieke waarde vallen onder de noemer actuele waarden.<br />
Het bestaansrecht van de drie herinneringswaarden zit voornamelijk in de referentie naar het<br />
verleden. De drie actuele waarden van een monument daarentegen, worden juist langs de<br />
meetlat van de huidige bouwpraktijk gelegd. Om een duidelijk beeld te geven van de<br />
zienswijze van Riegl, is het noodzakelijk hier elke waardecategorie afzonderlijk kort te<br />
bespreken. Als eerste komen de drie herinneringswaarden aan bod, te beginnen bij de<br />
ouderdomswaarde.<br />
2.2.2 Ouderdomswaarde<br />
Van een nieuw product wordt verwacht dat het compleet en perfect is, zeker sinds de<br />
opkomst van het moderne geloof in de technische kunde van de mens en industrie. Tijdens<br />
zijn levensloop is het product, bijvoorbeeld een gebouw, echter overgeleverd aan krachten van<br />
de natuur. Bijna elk monument is een artefact uit het verleden, en heeft gedurende zijn<br />
bestaansgeschiedenis dus onvermijdelijk te lijden gehad van aantasting door de natuurlijke<br />
elementen en het menselijke gebruik. Afhankelijk van de ouderdom van een monument is dit<br />
verval in meer of mindere mate direct waar te nemen aan de uiterlijke verschijningsvorm van<br />
het bouwwerk. Riegl benadrukt dat je geen opleiding nodig hebt om de ouderdomswaarden in<br />
een monument te herkennen en te waarderen. Het optreden van verval heeft ‘imperfection, a<br />
lack of completeness, a tendency to dissolve shape and color’ tot gevolg. 80 Dit proces wordt<br />
door de massa gezien als een natuurlijke gang van zaken. Het past namelijk binnen het<br />
verwachtingspatroon dat menselijke creaties langzaam ten prooi vallen aan de tand des tijds.<br />
In een essay over het recht op reconstructies zoekt Wolfgang Schäche de oorsprong van de<br />
idee dat gebouwen vergankelijk zijn in de ‘Christliche Religionsvorstellung von der<br />
einmaligkeit des irdlisches Lebens und der Vergängligkeit des Physischen.’ 81 Volgens hem<br />
wordt deze eeuwenlang agressief gepropageerde visie op de mensheid in de<br />
architectuurtheorie ‘unmittelbar auf die Architektur’ geprojecteerd. 82 En daardoor wordt een<br />
79 Riegl (1996), p 70<br />
80 Idem, p 73<br />
81 Schäche, W., ‘Für ein Recht auf Rekonstruktion. Warum der wiederaufbouw eines Bauwerkes nichts mit<br />
Unmoral zu tun hat’ in Bodien, W. von & Engel, H. (ed.), Die Berliner Schlossdebatte – pro und Contra, Berlijn<br />
2000, p 40<br />
82 Idem, p 40<br />
58