finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
3.1 Fase 1: Ontwerp en bouw<br />
dan niet gemanipuleerde foto's te tonen van gebouwen en straten in Utrecht. Van zijn<br />
resultaten is het op deze plek vooral interessant te melden, dat monumenten (in de zin van<br />
gebouwen die door het Rijk of de gemeente als dusdanig zijn beschermd) qua waardering veel<br />
hoger scoorden dan moderne gebouwen. De getoonde monumenten waren vrijwel allemaal<br />
ontworpen vóór het begin van de twintigste eeuw. Zij werden door de respondenten<br />
gekarakteriseerd als ‘gevarieerd, afwisselend en levend.’ 128 De vormgeving van moderne<br />
bouwwerken daarentegen werden ‘kaal, levenloos en saai’ genoemd. 129 De ornamentiek, die<br />
zoals we bij Denslagen zagen door de modernisten was afgezworen, speelt een belangrijke rol<br />
in de positievere beoordeling van de monumenten ten opzichte van moderne gebouwen.<br />
Ook architectuurhistoricus Vincent van Rossem denkt dat ‘het gebrek aan waardering’ van<br />
het groot publiek voor met name wederopbouwarchitectuur te wijten is aan het ontbreken van<br />
ornamentiek: ‘De meesten bewaren geen goede herinneringen aan het leven in de portiek- en<br />
de galerijflat. Het is kale architectuur. Voor het eerst in de geschiedenis ontbraken leuke<br />
details. Het was een zuinige bouw. Dat kun je zien.’ 130<br />
Toch komt wederopbouwarchitectuur steeds meer in de belangstelling te staan, maar dan<br />
vooral onder ‘gebouwenfetisjisten.’ 131 Van Rossem betwijfelt of in de toekomst ook de grote<br />
massa warm zal gaan lopen voor deze bouwperiode, onder andere omdat driekwart van het<br />
huidige woningbestand uit de wederopbouw afkomstig is. Dankzij dat enorme aandeel in het<br />
stadsbeeld (vooral in de buitenwijken rondom het centrum) wordt de moderne bouwstijl<br />
zelden als uniek en bijzonder ervaren. Kuipers is echter positiever gestemd: ‘De ene generatie<br />
vindt vaak niet mooi wat de vorige heeft nagelaten. Maar kijk je naar de erfenis van je<br />
grootvader, dat tellen ineens je roots.’ 132<br />
Naast de ornamentiek, is er nog een andere reden waarom monumenten door meer<br />
mensen gewaardeerd worden dan moderne gebouwen. Het gebruik van traditionele<br />
materialen als baksteen en hout heeft volgens het onderzoek van Ganzeboom een positief<br />
effect op de beleving van gebouwen. Dit in tegenstelling tot het gebruik van beton, staal en<br />
glas, zoals dat in de meeste moderne ontwerpen het geval is. In hoeverre ook die perceptie in<br />
de toekomst zal veranderen, is moeilijk te voorspellen. Voor nu is het duidelijk dat tijdens de<br />
momentopname van Ganzeboom begin jaren tachtig, en volgens Van Rossem en Kuipers ook<br />
nu nog, monumenten van het grote publiek de voorkeur krijgen boven moderne gebouwen.<br />
De modernistische casussen, De Kiefhoek en het Philipspaviljoen, hebben zoals verwacht<br />
geen ornamenten in de traditionele zin van het woord. Het paviljoen van Le Corbusier is<br />
vanwege zijn sculpturale vormgeving echter een geval apart. Het is daardoor moeilijk in te<br />
schatten in hoeverre een reconstructie van het Philipspaviljoen gewaardeerd zal worden door<br />
128 Ganzeboom, H, Beleving van Monumenten (Samenvatting), Staatsuitgeverij ’s-Gravenhage, Den Haag, 1982, p<br />
20/21<br />
129 Idem<br />
130 Gollin, R., ‘Verweesd beton, veranderd sentiment rond wederopbouwarchitectuur’ in de Volkskrant<br />
(Kunstkatern), 08-02-2007<br />
131 Idem<br />
132 Idem<br />
88