27.09.2013 Views

finalVersion

finalVersion

finalVersion

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

3.1 Fase 1: Ontwerp en bouw<br />

website werd uitgelegd, dat ‘de benaming “Donjon”’ in het geval van de reuzentoren in<br />

Nijmegen ‘feitelijk onjuist’ is. 124 De term donjon staat namelijk voor een zelfstandige<br />

kasteeltoren, die het uit verdedigingsoverwegingen zonder ingang op de begane grond moet<br />

stellen. Daardoor is toegang tot een donjon alleen mogelijk via ladders. Volgens de website was<br />

de Donjon in Nijmegen echter al vanaf het moment dat hij gebouwd werd onderdeel van de<br />

burcht van Frederik Barbarossa. Het is dus nooit een zelfstandig bouwwerk geweest, en<br />

waarschijnlijk kon men via de tegen de toren aangebouwde zalen gewoon via de begane grond<br />

de toren in (al is van dat laatste geen historisch bewijsmateriaal). ‘Omdat de term Donjon<br />

ondertussen is ingeburgerd’ wordt er toch maar ‘gemakshalve aan vastgehouden,’ aldus de<br />

website. 125 Deze informatie heeft natuurlijk lang niet iedereen bereikt, en zo kan het dat door<br />

diverse partijen het mooie verhaal verteld wordt over hoe de mannen van Frederik Barbarossa<br />

via ladders de Donjon in klommen, wanneer een belegering verkeerd dreigde uit te pakken.<br />

Het Philipspaviljoen mag in dit rijtje van monumenten met bijzondere functies niet<br />

ontbreken. Niet alleen de vormgeving van dit bouwwerk was uniek, maar ook zijn functie<br />

representeert een mijlpaal in de architectuurgeschiedenis. Bernard Hulsman tekende uit de<br />

mond van componist Konrad Boehmer op, dat het Philips paviljoen ‘het enige gebouw in 1000<br />

jaar (is) dat speciaal voor een nieuw soort muziek is ontworpen (…). Alleen hierom al verdient<br />

het Philips paviljoen het om te worden herbouwd (…), vindt Boehmer.’ 126<br />

3.1.5 Schoonheid<br />

We hebben het in subparagraaf 3.1.3 gehad over de uniciteit van de vormgeving van een<br />

gebouw. Deze eigenschap van het uiterlijk van het gebouw is relatief objectief vast te stellen.<br />

Voor de schoonheid van een gebouw is dat een stuk moeilijker, en de meeste mensen die in<br />

mijn onderzoek aan het woord komen, beseffen dat. Om die reden proberen ze in hun<br />

argumentatie te voorkomen dat ze subjectieve uitspraken doen die betrekking hebben op hun<br />

persoonlijke, esthetische voorkeuren. Op een referentie aan de schoonheid of esthetische<br />

afkeer van een ontwerp, volgt dan ook meestal een opmerking waarmee wordt benadrukt dat<br />

dit niet wordt gezien als een geldig argument voor of tegen reconstructie. Kuipers zegt<br />

bijvoorbeeld over het esthetische argument, dat je het wel kan gebruiken (en dat dat ook wel<br />

gebeurt), maar dat het vermeden wordt in ‘officiële redeneringen.’ Het zijn met name de<br />

professionals die zich erg bewust zijn van het subjectieve karakter van smaak. 127 Onder het<br />

gewone volk lijkt dat wat minder het geval te zijn.<br />

En juist die smaak van de man van de straat vormde het object van studie van socioloog<br />

Harry Ganzeboom. Begin jaren tachtig deed hij onderzoek naar de beleving van monumenten.<br />

In zijn onderzoek onderzocht hij de voorkeuren van respondenten, door ze (onder andere) al<br />

124 http://www.nijmegen.nl/Actueel/referendumdonjon/valkhofburcht_donjon/index.asp<br />

125 Idem<br />

126 Hulsman (19-06-2006)<br />

127 Op het taboe onder architecten om over de schoonheid van architectuur te spreken wordt in subparagraaf 4.4.2<br />

verder ingegaan.<br />

87

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!