27.09.2013 Views

finalVersion

finalVersion

finalVersion

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

Foto van het St. Lucasgildehuis omstreeks<br />

1876. De pilasters en festoenen zijn er nog,<br />

maar het fronton is intussen verdwenen.<br />

3.2 Fase 2: Gebruik en aanpassingen<br />

Het Dresselhuys-paviljoen van<br />

sanatorium Zonnestraal wacht<br />

op restauratie (situatie 2006).<br />

Het Henri ter Meulen-paviljoen van<br />

sanatorium Zonnestraal, gerenoveerd<br />

volgens de what-if benadering.<br />

gerefereerd, maar niemand suggereert om het mee te nemen in een eventuele reconstructie<br />

van de ‘Utrecht’.<br />

Als er aanpassingen aan een monument plaatsvinden, dan kan dat variëren van het<br />

vervangen van een onherstelbaar onderdeel, tot het aanbrengen van een uitbreiding als het<br />

tweede ketelhuis en het Aluminiumgebouw. Het invloedrijke Charter van Venetië (1964)<br />

schrijft voor dat in principe alle (nieuwe) ingrepen in een monument duidelijk te<br />

onderscheiden moeten zijn van de oorspronkelijke materiële substantie van het betreffende<br />

gebouw. Bij de renovatie van gebouwen die worden gerekend tot het functionalisme, wordt<br />

echter vaak een andere methode gevolgd. De gedachte is dat een functionalistische gebouw<br />

gebaseerd is op het idee dat het goed moet functioneren. Als er aanpassingen nodig zijn om dat<br />

functioneren optimaal te houden (of te maken), dan wordt er bedacht hoe de oorspronkelijke<br />

architect van het gebouw de benodigde ingreep zou hebben aangepakt.<br />

Marieke Kuipers noemt dit de ‘what if’-redenering. Zij staat kritisch tegenover deze<br />

renovatiemethode. Zo vindt zij bijvoorbeeld het vervangen van de houten kozijnen in De<br />

Kiefhoek door kunststof exemplaren, zoals dat gebeurde bij een renovatie eind jaren zeventig,<br />

‘zeer aanvechtbaar. Tot overmaat van ramp bleek dat het zelfs helemaal niet werkte.’ Een<br />

aantal bewoners, waaronder A.J. Celestijn, dachten daar anders over. Zij vonden dat de<br />

kunststof kozijnen zo lekker makkelijk schoon te maken waren. 149 Een andere bewoonster, A.<br />

van Goch-Brouwer, was echter blij dat met de reconstructie van De Kiefhoek de houten<br />

kozijnen terug waren gekomen. Ze zegt nu veel minder last te hebben van beslagen ramen. 150<br />

Dat Kuipers bezwaren heeft tegen de what-if-redenering, wil overigens niet zeggen dat ze<br />

principieel tegen het veranderen van monumenten is. Ze is er intussen wel aan gewend<br />

geraakt dat er, ook bij oudere monumenten, ‘van alles op en aan zit’ en er ‘ook van alles aan<br />

(wordt) gesleuteld en veranderd. (…) Het enige dat de monumentenzorg als bewaker van de<br />

cultuurwaarden kan doen, is het zo strak mogelijk regisseren van die veranderingen.’<br />

149 Es, van (1995), p 9 & p 22<br />

150 Idem, p 12<br />

96

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!