finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.3 Fase 5(c): Echtheid versus namaak<br />
wijken voor ‘een theateropstelling, die alleen maar een illusie geeft van wat er is geweest.’ Hij<br />
vindt dat de wetenschapper de taak heeft ‘de mensen de geschiedenis te vertellen zoals zij echt<br />
is, en niet zoals zij leuker klinkt.’<br />
Dat veel mensen de geschiedenis leuker vinden klinken als een gereconstrueerd monument<br />
het verhaal achter het verdwenen bouwwerk tastbaar maakt, is voor tegenstanders als<br />
Ottenheym dus geen reden om hun fiat te geven aan een niet geheel betrouwbare<br />
reconstructie. Maar de onbetrouwbaarheid van een reconstructie is niet het enige<br />
geschiedkundige bezwaar dat tegenstanders hebben tegen het terugbrengen van een<br />
monument dat er niet meer staat. Volgens hen is het nu eenmaal een voldongen, historisch feit<br />
dat deze monumenten, om welke reden dan ook, zijn verdwenen. En dat feit zou je niet<br />
moeten negeren, maar accepteren. Weg is weg, het verdwijnen zelf is deel geworden van de<br />
ware geschiedenis. Pantus noemt een reconstructie om die reden onwaarachtig. Je kunt de<br />
‘geschiedenis niet wegpoetsen’, vindt hij, ‘ook niet door te doen alsof.’ 286<br />
Kunsthistorica Roding neemt met betrekking tot de ‘Utrecht’ een vergelijkbaar standpunt<br />
in. Dat levert haar geregeld het verwijt op dat zij ‘bezoekers van de stad “een aardige beleving”<br />
ontzeg(t) door sterk te hechten aan aspecten van educatie.’ 287 En educatie betekent voor<br />
Roding het overbrengen van werkelijke kennis van het verleden. Die wetenschappelijke drang<br />
naar waarheid wordt door het grote publiek nog wel eens ervaren als elitair. Ottenheym<br />
spreekt in dat verband echter liever van de voogdtaak van de erfgoedbeheerder: ‘Het is een vak<br />
waar mensen zes jaar voor hebben doorgeleerd’, waarna ze die kennis dienen te gebruiken om<br />
mensen met minder verstand van zaken de weg te wijzen. Het is echter niet uitgesloten dat<br />
vakmensen, juist door die jarenlage opleiding, niet meer inzien dat de waarheid die zij<br />
verkondigen in feite ook slechts een, weliswaar wetenschappelijk gefundeerde, constructie is.<br />
De geschiedenis staat ons nooit ter beschikking ‘zoals die in werkelijkheid is geweest. Elke<br />
generatie schept zijn eigen verleden’, zegt filosoof Petran Kockelkoren. 288 Elke geschiedenis,<br />
dus ook die van de geleerde historicus, is volgens hem daarom ‘een gemedieerde<br />
geschiedenis.’ 289 Desondanks claimt menig geschiedkundige dat hij op basis van een<br />
wetenschappelijk verantwoorde werkwijze de ware geschiedenis kenbaar kan maken. En<br />
volgens dergelijke wetenschapspuristen doet een reconstructie van een verdwenen monument<br />
geweld aan hun zorgvuldig geconstrueerde werkelijkheid. Zo’n reconstructie zal immers altijd<br />
in meer of mindere mate afwijken van het origineel. De initiatiefnemers, en met hen het<br />
potentiële publiek, vinden dat echter meestal niet zo’n probleem. Zij nemen genoegen met een<br />
zo geloofwaardig mogelijke evocatie van het verleden. Een (beperkt) aantal wetenschappelijke<br />
286 Pantus, (1997), p 20<br />
287 Roding (2004), p 81<br />
288 Feddes, F. & Graaf, J. de, ‘Ingebouwde geschiedenis, gesprek over weemoed in architectuur en stedebouw’,<br />
S&RO, nr. 3 (2003), p 14<br />
289 Idem<br />
156