finalVersion
finalVersion
finalVersion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
De (derde) Delftse Poort in Rotterdam,<br />
ontworpen door De Swart (1772).<br />
4.3 Fase 5(c): Echtheid versus namaak<br />
De Nieuwe Delftse Poort (1995). Het kunstwerk van Cor Kraat is gebaseerd op de<br />
(derde) Delftse Poort. In en rond het staketsel staan fragmenten van het origineel.<br />
het idee van Rietbergen, om het silhouet van de toren met een permanente versie van het<br />
tijdelijke stalen staketsel in het stadsbeeld terug te brengen: ‘Dan wordt er dus niet herbouwd<br />
in steen, maar in een duurzaam en dragend materiaal’, aldus Rietbergen.<br />
In Rotterdam is aan het Pompenburg met een vergelijkbaar uitgangspunt het silhouet van<br />
de verdwenen Delftse Poort teruggebracht in het stadsbeeld. In de jaren negentig ontwierp<br />
kunstenaar Cor Kraat met stalen profielen op schaal een moderne, transparante interpretatie<br />
van het oude bouwwerk uit 1772, dat aan oorlogsschade ten onder was gegaan.<br />
Maar lang niet iedereen is te spreken over het resultaat van deze authentieke, artistieke<br />
expressie. En dat ondersteunt het pleit voor rechtlijnigheid van Boshouwers. Aan een<br />
hedendaagse interpretatie van een reconstructie hangt immers altijd het risico dat die<br />
interpretatie niet bevalt. Zelfs Peeters, een uitgesproken tegenstander van een reconstructie op<br />
het Valkhof, waarschuwt voor een grote teleurstelling bij het publiek: ‘Dan komt bij<br />
architecten -professionele optimisten als zij nu eenmaal zijn- al gauw het plan op om althans<br />
een evocatie van het silhouet der hoofdvormen in moderne materialen en technieken te<br />
beproeven.’ 319 En in plaats van de toren die de Nijmeegse bevolking kent van de vele<br />
afbeeldingen, krijgt ze dan ‘een kinderachtig spel met transen en kantelen’ voorgeschoteld, of<br />
anders ‘post-modernistische ego-trips van Aldo Rossi en James Sterling, die oude vormen<br />
ironiseren en uit balans toepassen in nieuwe ruimtelijke fantasieën.’ 320<br />
Projectontwikkelaar Ton van Dam heeft wat dat betreft meer vertrouwen in hedendaagse<br />
architecten dan Peeters. Het liefst zou hij Rob Krier, de vermaarde aanhanger van het<br />
hedendaags traditionalisme, aan de slag laten gaan met de ‘Utrecht’. 321 ‘Zo van: “dit was de<br />
“Utrecht” en die willen we herkenbaar terughebben”.’ 322 Vervolgens zou Krier volgens van<br />
Dam ‘een symbiose moeten maken tussen het verleden en het heden.’ 323<br />
319 Renaud (1988), p 245<br />
320 Idem<br />
321 Rob Krier is in Nederland vooral bekend van zijn stedenbouwkundige plan voor de Resident in Den Haag.<br />
322 Dam, T. van, ‘A la de “Utrecht”’ in Kam, R. de (red.), De ‘Utrecht’, Toekomst voor een verdwenen gebouw,<br />
Uitgeverij Matrijs, Utrecht 2004, p 66<br />
323 Idem<br />
166