finalVersion
finalVersion
finalVersion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
2.3 Het fasenstelsel<br />
wederom terugkomen. In zo’n situatie kan hooguit degene die verantwoordelijk was voor het<br />
onderhoud van het gebouw verweten worden, dat er niet op tijd is gerestaureerd. De<br />
noodzakelijke sloop zelf valt dan echter niemand aan te rekenen.<br />
2.3.5 Toelichting fase 4: fysieke afwezigheid<br />
In de periode na de afbraak van een monument wordt het achtergelaten gat meestal<br />
binnen korte tijd opgevuld met nieuwbouw. Beschikbare bouwgrond is schaars en (daardoor)<br />
kostbaar. De plaatsvervangende nieuwbouw vormt één van de grootste obstakels voor<br />
reconstructies. Er ontstaan op die plek nieuwe functies en een nieuw architectonisch en<br />
stedenbouwkundig beeld, waar onherroepelijk nieuwe maatschappelijke waarden uit<br />
voortvloeien. Die waarden kunnen functioneel van aard zijn, maar ook esthetisch en, zeker als<br />
de aanvankelijke nieuwbouw er eenmaal een langere tijd staat, cultuurhistorisch. In dat laatste<br />
geval is er een nieuw monument voor het oude in de plaats gekomen. Het achterwege blijven<br />
van nieuwbouw is overigens nog geen garantie voor een reconstructie dat zijn oude plek nog<br />
wél zonder meer beschikbaar is. Ook zonder bebouwing kan een plek na de afbraak van het<br />
monument allerlei nieuwe waarden toegeschreven hebben gekregen.<br />
Als de omgeving van een afgebroken monument tot op heden aan de slopershamer is<br />
ontsnapt, heeft het bouwwerk meer kans om terug te keren in het straatbeeld dan wanneer de<br />
omgeving wel grotendeels of in zijn geheel tegen de vlakte is gegaan. Over het algemeen past<br />
een reconstructie namelijk beter in zijn omgeving als de stedenbouwkundige situatie, waar het<br />
oorspronkelijk voor ontworpen was, nauwelijks is verandert. Een gelijktijdige afbraak van het<br />
monument en zijn directe omgeving doet de kansen van een initiatief voor reconstructie juist<br />
sterk afnemen. Een omvangrijke braakliggend terrein wordt vaak gebruikt voor een<br />
grootschalig bouwproject, waarbinnen later zelden ruimte is voor een reconstructie van wat er<br />
ooit heeft gestaan. Meestal is zo’n groot project ook het expliciete doel van de sloop, tenzij<br />
menselijk of natuurgeweld aan de afbraak ten grondslag heeft gelegen. En zoals we hierboven<br />
al zagen kan zelfs in die laatste twee gevallen een groot project de doorslaggevende reden zijn<br />
om het beschadigde gebouw niet te restaureren, maar te slopen.<br />
Net als elke besproken fase kan fase vier langer of korter duren. In tegenstelling tot de<br />
voorgaande fasen noem ik dat hier expliciet als kenmerk, omdat het met betrekking tot fase<br />
vier vaak wordt aangehaald in de argumentatie voor of tegen reconstructie. Vooral als een<br />
monument al erg lang weg is, betwijfelen tegenstanders nadrukkelijk of reconstructie wel een<br />
reëel plan kan zijn. 103 Hoe langer een gebouw weg is, hoe verder het in de tijd verwijderd is<br />
geraakt van de generatie(s) die het nog met eigen ogen hebben gezien. De vergetelheid ligt dan<br />
op de loer. Maar dat proces is te vertragen, of zelfs om te keren. In de periode waarin het<br />
gebouw er niet meer is, kan er mythevorming plaatsvinden. Verhalen, beelden, bewaard<br />
gebleven bouwdelen (bijvoorbeeld beeldhouwwerk of fundamenten) en publicaties van en<br />
103 Het Noord-Zuid Hollands Koffiehuis tegenover het Centraal Station van Amsterdam is een bekend voorbeeld<br />
van een reconstructie van een gebouw dat juist relatief kort weg is geweest. Het werd in 1972 (voor de aanleg van<br />
de metro) afgebroken en al in 1980, op een iets andere plaats en in gewijzigde (en vergrote) vorm, gereconstrueerd.<br />
73