finalVersion
finalVersion
finalVersion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.2 Fase 5(b): Financiële haalbaarheid<br />
Het kantoor van DNB aan het Frederiksplein. ’s Nachts een ‘no-go area’, aldus<br />
Wim T. Schippers.<br />
Het gangenstelsel van het aquaduct rondom<br />
het Droogdok Jan Blanken.<br />
volkshuisvestingsgeld opleverde. (…) En voor de culturele factor gold het als een restauratie,<br />
waardoor ook een beroep kon worden gedaan op subsidies vanuit de monumentenzorg.’<br />
Vooral over dat laatste is Marieke Kuipers verwonderd. Volgens haar had de reconstructie van<br />
De Kiefhoek eigenlijk geen restauratie mogen heten. De RACM zou daarom ten onrechte drie<br />
ton (in guldens) hebben bijgedragen aan de complete vernietiging van authentiek materiaal,<br />
ten behoeve van een nieuwbouwproject.<br />
De financiering van de bouw van het Pomphuis is ook door een greep uit verschillende<br />
potjes mogelijk gemaakt. Dat heeft wel de nodige inspanningen en het uitoefenen van veel<br />
geduld gevergd. Jurgens had van de Stichting Droogdok Jan Blanken de opdracht gekregen de<br />
benodigde fondsen voor de reconstructie bij elkaar te krijgen. En er was haast bij. Er lag een<br />
plan klaar om met audiovisueel materiaal de aquaductgangen rondom het dok om te toveren in<br />
een toeristische attractie. De Europese Unie was bereid om met een Conversubsidie dit plan<br />
financieel te ondersteunen, maar stelde wel de voorwaarde dat er voor de beoogde toeristen<br />
een vaste plek met hoogwaardige voorzieningen zou komen. Met de reconstructie van het<br />
Pomphuis kon de stichting aan deze voorwaarde voldoen, maar daar moest dan wel in korte<br />
tijd voldoende geld voor ingezameld worden. Jurgens probeerde op verschillende manieren<br />
particulier geld te werven, onder andere door obligaties uit te schrijven. Zo wist hij, nog voor<br />
het verstrijken van de deadline van de EU, het toegewezen bedrag van de gemeente<br />
aanzienlijk aan te vullen. Het bedrag dat nodig was om de kosten van de bouw van de<br />
reconstructie mee te dekken, werd echter niet gehaald. En net toen de zaak verloren leek,<br />
‘kwam een bevrijdende brief van het VSBfonds, die in één klap een miljoen op tafel legde.’<br />
Die doorslaggevende bijdrage van het VSBfonds is volgens Erica Happe een uitzondering<br />
geweest op de regelingen van het fonds: ‘Want in principe ondersteunt het fonds geen<br />
reconstructies.’ Bovendien doen ze bij het VSBfonds normaal gesproken niet ‘in stenen’, wat<br />
wil zeggen dat ze ‘nooit de bouw van iets financieren, maar veel meer de inrichting van een<br />
gebouw.’ Een dergelijke insteek van fondsen blijkt ook uit de reconstructie van het St.<br />
143