finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
4.2 Fase 5(b): Financiële haalbaarheid<br />
Hoe de exploitatie van de Donjon zich gaat ontwikkelen, is nog zeer onzeker. Rosendaal<br />
wijst erop dat er nog geen reëel plan klaar ligt voor de bestemming van de reconstructie. De<br />
voorstellen die tot nu toe zijn gedaan, getuigen volgens hem niet bepaald van realiteitszin. Zo<br />
vertelt hij dat het de bedoeling geweest zou zijn om er een permanente tentoonstelling van de<br />
gebroeders Van Limburg in te richten. En dat terwijl de stukken, die voor korte tijd in<br />
Nijmegen zijn geweest, eenmalig uit Frankrijk in bruikleen waren overgekomen. Rosendaal<br />
vreest dat de gemeente, die zich zoals we zagen had voorgenomen geen cent in de Donjon te<br />
steken, uiteindelijk toch voor de exploitatie zal opdraaien.<br />
De scepsis van Rosendaal weerhoudt de Nijmegenaren er niet van om met ideeën te blijven<br />
komen. Stadsgids Maarten Van Leth stelt bijvoorbeeld voor om in ieder geval de begane grond<br />
‘te reserveren voor een soort podium. Een ruimte die gebruikt kan worden door de Valkhof<br />
Affaire.’ 257 Op die manier wordt meteen ook deze felle tegenstander van de reconstructie een<br />
plezier gedaan, en dat zal de organisatie van het popevenement wellicht zelfs naar het<br />
voorstanderkamp doen overlopen.<br />
Zoals bij veel reconstructies, wordt ook bij de Donjon horeca als reële<br />
exploitatiemogelijkheid genoemd. Als architect zegt De Jonge een pannenkoekenhuis in zo’n<br />
toren echter niet erg interessant te vinden. Zo’n functie mist volgens hem de gelaagdheid van<br />
de eerdergenoemde exploitatieplannen voor het Philipspaviljoen. De Stichting Droogdok Jan<br />
Blanken is voor de reconstructie van het Pomphuis in eerste instantie ook op zoek gegaan naar<br />
een wat meer gelaagde invulling. Het was meteen duidelijk dat de reconstructie nooit meer<br />
helemaal als pompgebouw zou worden ingericht. Toch wilde de stichting, zo verteld Jurgens,<br />
aanvankelijk ‘een plek inrichten om te laten zien, al was het maar op schaal, hoe de pomp<br />
vroeger gewerkt heeft. Met die hele grote plunjers en die armen die op en neer gaan.’ En ook<br />
de museale presentatie over het droogdok, nu nog ondergebracht in een tijdelijk<br />
bezoekerscentrum, zou er een plek moeten krijgen. Tot slot had de stichting ook nog<br />
vergaderruimtes en kantoren in het Pomphuis bedacht.<br />
Uiteindelijk is van al deze plannen niets terechtgekomen. Dat komt vooral doordat de<br />
reconstructie toch vooral is neergezet om vanaf dag één inkomsten te genereren. Voorham<br />
erkent dat het Pomphuis is gereconstrueerd ‘puur omdat er een economische drager moest<br />
komen’ voor de ontwikkelingen in en om het droogdok. En met een volledige<br />
horecabestemming bleek die drager het meeste op te leveren. 258<br />
Eén van de voorwaarden voor de bijdrage van het VSBfonds, was dat het Pomphuis in elk<br />
geval toegankelijk moest zijn voor een breed publiek. Met de huidige horecafunctie is aan die<br />
voorwaarde voldaan. Ondanks ‘de chique sfeer’ van het restaurant op de eerste verdieping,<br />
beoogt de uitbater namelijk ‘een zaak met een laagdrempelig karakter’, met bovendien ruime<br />
257 Anoniem, ‘Feesthal’ in de Gelderlander, 22-02-2006<br />
258 Om een faillissement van de Stichting Droogdok Jan Blanken te voorkomen, is het Pomphuis in 2007 als<br />
onderdeel van de schuldsanering verkocht aan de gemeente Hellevoetsluis. Daardoor is de stichting de inkomsten<br />
van de verhuur van het Pomphuis nu kwijt. (Hustinx, S., ‘Slapende ambtenaar geeft twee keer half miljoen weg’ in<br />
het AD/Rotterdams Dagblad van 13-01-2007)<br />
147