finalVersion
finalVersion
finalVersion
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
1.1 Motivatie & probleemstelling<br />
In Nederland staat Denslagen, hoogleraar en medewerker van de Rijksdienst voor<br />
Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM), tegen wil en dank bekend als de<br />
kenner op het gebied van reconstructies in de architectuur. 3 Die reputatie heeft hij vooral te<br />
danken aan zijn betoog in Romantisch modernisme. Maar ook daarnaast heeft hij regelmatig<br />
over het onderwerp gepubliceerd, onder andere in de hoedanigheid van redacteur van het<br />
internationaal georiënteerde boek Architectural Imitations. Andere auteurs die zich met<br />
reconstructies bezighouden, laten het meestal bij één of een beperkt aantal opiniestukken in<br />
kranten, tijdschriften of publicaties die verschijnen naar aanleiding van de plannen voor een<br />
bepaalde reconstructie. De uitvoerigheid van het onderzoek van Denslagen heeft mij doen<br />
besluiten juist zijn boek Romantisch modernisme als vertrekpunt te nemen voor mijn thesis.<br />
Vooropgesteld moet worden, dat de analyses van Denslagen in Romantisch modernisme<br />
nog ruim voldoende ruimte laten om mijn thesis bestaansrecht te verlenen. Hij besteedt in zijn<br />
boek weliswaar de nodige aandacht aan de argumentatie rondom reconstructies, maar het<br />
vormt niet de kern van zijn betoog. Dat dit onderwerp in mijn thesis wel centraal staat, biedt<br />
mij de mogelijkheid specifieker op het fenomeen in te gaan en de bevindingen van Denslagen<br />
verder uit te werken, dan wel van kritische aantekeningen te voorzien.<br />
Zo wil ik in mijn onderzoek graag te weten komen of en hoe de argumenten die Denslagen<br />
in Romantisch modernisme de revue laat passeren, ook van toepassing zijn op het debat<br />
rondom (plannen voor) reconstructies in Nederland. Zelf illustreert Denslagen zijn betoog<br />
namelijk voor het grootste deel met voorbeelden uit het buitenland, waarbij de debatten in<br />
Duitsland en België domineren. Bovendien betreffen de meeste van zijn casussen gebouwen<br />
die in een oorlogssituatie aam hun eind zijn gekomen, wat in de beleving van de meeste<br />
mensen toch een heel andere categorie vormt dan gebouwen die moedwillig zijn afgebroken.<br />
Dat heeft vooral te maken met de zware politieke en emotionele lading van oorlogsgeweld.<br />
Aan mij dus de taak te onderzoeken hoe het debat gevoerd wordt wanneer gebouwen niet<br />
door bommen en granaten ten onder zijn gegaan, maar om andere redenen het veld hebben<br />
moeten ruimen.<br />
En er was voor mij nog een andere reden om het onderzoek van Denslagen aan te vullen<br />
met mijn eigen thesis. Alhoewel Denslagen een overtuigende uiteenzetting geeft over de<br />
manier waarop verschillende specifieke beroepsgroepen hun mening vormen en uiten ten<br />
aanzien van reconstructies, gaat hij daarbij niet erg systematisch te werk. 4 Ten behoeve van<br />
een heldere analyse van de discussie over de vraag hoe een reconstructie gelegitimeerd of juist<br />
bestreden kan worden, probeer ik in deze thesis een meer systematische benadering toe te<br />
passen dan Denslagen doet.<br />
3 In 2006 zijn de Rijksdienst voor de Monumentenzorg (RDMZ) en de Rijksdienst Oudheidkundig Bodemonderzoek<br />
(ROB) gefuseerd in de RACM. Om verwarring te voorkomen zal ik in het verdere verloop van de thesis uitsluitend<br />
de term RACM gebruiken, ook als de Rijksdienst in de betreffende periode nog als RDMZ of ROB aangeduid werd.<br />
4 Dit komt wellicht mede doordat delen van het boek eerder als losse teksten gepubliceerd zijn, onder meer in De<br />
Gids en Kunstschrift.<br />
12