27.09.2013 Views

finalVersion

finalVersion

finalVersion

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

4.3 Fase 5(c): Echtheid versus namaak<br />

Zoals het sprookjesachtige kasteel Neuschwanstein, dat vindt hij ‘ook wel leuk om doorheen te<br />

lopen.’ Maar als wetenschapper vindt hij dat je altijd moet proberen echtheid zo dicht mogelijk<br />

te benaderen. En met kitsch op de schaal van bijvoorbeeld een Donjon, draai je de mensen<br />

volgens hem toch ‘een rad voor ogen.’<br />

Happe denkt dat het gebruik van het woord kitsch vooral te maken heeft met<br />

smaakvoorkeuren. ‘Als je meer hebt gezien, kan je ook je smaak anders bepalen. In die zin is de<br />

term kitsch wel elitair’, denkt zij. Of een reconstructie op de Valkhofheuvel ‘als kitsch of als<br />

kroon op de Karelstad’ zal worden beschouwd, zal volgens Riehl uiteindelijk ook ‘slechts een<br />

kwestie van smaak’ zijn. 297 En voor Kees Fens heeft het referendum over de reconstructie van<br />

de Donjon (zestig procent voor, veertig procent tegen) helder aangetoond dat ‘zestig procent<br />

van de Nijmeegse bevolking - zo weldadig rood, zo klein van geest’ blijkbaar geen smaak<br />

heeft. 298<br />

Smaak of geen smaak, het merendeel van de bevolking heeft zich in dat referendum<br />

uitgesproken voor het terugkeren van de Donjon in het stadsbeeld. We slaan door in onze<br />

voorliefde voor oude gebouwen, meent Von den Dunk: ‘Verwordt de behoefte aan<br />

geschiedenis hier niet tot a-historische kitsch, omdat een deel van het verleden - ook de<br />

verwoesting en verminking is immers geschiedenis - bewust wordt genegeerd?’ 299 Hij stelt met<br />

die vraag de maakbaarheid van het verleden ter discussie. En niet alleen in verband met<br />

reconstructies, ook restauraties moeten het in zijn analyse ontgelden. Want doordat bij elke<br />

restauratie ‘oud half vergaan bouwmateriaal’ wordt vervangen, wordt uiteindelijk elk ‘zo<br />

liefdevol gekoesterde monument (…) een materiële kopie met behoud slechts van de<br />

oorspronkelijke vorm.’ 300 Zo’n kopie zal volgens Von den Dunk altijd in meer of mindere mate<br />

een weerspiegeling zijn, van hoe we op het moment van reconstructie of restauratie zouden<br />

willen dat het verleden er uit heeft gezien. En dus niet hoe het echt is geweest.<br />

In feite illustreert Von den Dunk met zijn kritiek op reconstructies en restauraties heel<br />

duidelijk zijn materialistische invalshoek. De Jonge noemt ons westerlingen in dat verband<br />

‘materialisten, in die zin dat wij hechten aan spullen.(…) Onze cultuur gaat voor materialiteit,<br />

in tegenstelling tot sommige culturen waar het meer gaat om de geest van de dingen.’<br />

Denslagen projecteert deze invalshoek vooral op de monumentenzorg. Die zou zich sinds<br />

omstreden reconstructies als die van Heusden hebben vastgebeten in het belang van de<br />

materiële substantie van monumenten.<br />

De mening van Van Herwaarden, oud-secretaris van de Rijkscommissie voor de<br />

monumenten van de Raad voor het cultuurbeheer, is daar een voorbeeld van. Volgens hem is<br />

het van belang voor het imago van de monumentenzorg, dat zij zich primair bekommert ‘om<br />

behoud van het waardevol geachte authentieke relict, niet om de vervalsing.’ 301 En we hebben<br />

297 Riehl (1997), p 86<br />

298 Fens (09-03-2006)<br />

299 Dunk, von der (2006), p 109<br />

300 Idem, p 108<br />

301 Herwaarden, G.W. van, ‘Hoe moet het gat aan de Haagse Prinsegracht worden gedicht’, Heemschut, vol. 72<br />

(1995), afl. 6, p 22<br />

159

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!