27.09.2013 Views

finalVersion

finalVersion

finalVersion

SHOW MORE
SHOW LESS

Create successful ePaper yourself

Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.

2.3 Het fasenstelsel<br />

gebruikswaarde van Riegl in herinnering. Om het functioneren van een monument te kunnen<br />

blijven garanderen, zijn regelmatig reparaties van versleten onderdelen nodig. Het behoeft<br />

weinig toelichting dat al deze zaken gevolgen hebben voor de algehele vormgeving van het<br />

gebouw. Dat gaat in het bijzonder op wanneer de aanpassingen aan het gebruik gepaard gaan<br />

met grote verbouwingen of uitbreidingen. De stijleenheid, zoals die volgens de<br />

nieuwheidswaarde van Riegl behouden of teruggebracht zou moeten worden, komt dan in<br />

gevaar.<br />

De omgeving heeft eveneens invloed op de functionele en esthetische ontwikkeling van<br />

een monument. Als er in fase twee in de directe omgeving nieuwbouw plaatsvindt, kan het<br />

gebouw in dat grotere ensemble worden opgenomen (bijvoorbeeld bij een grote uitbreiding<br />

van de gebruiker van het monument). Het kan ook voorkomen dat een gebouw juist als enige<br />

van een oorspronkelijk ensemble overblijft. Beide situaties spelen mee in de conceptie van het<br />

monument en kunnen dus een rol spelen in latere reconstructieplannen.<br />

2.3.4 Toelichting fase 3: afbraak<br />

Bij de afweging of een reconstructie gerechtvaardigd is, spelen voor veel mensen de reden<br />

van afbraak en de manier waarop het monument uit het straatbeeld is verdwenen een<br />

belangrijke rol. Er kan sprake zijn geweest van een natuurramp, van bombardementen, van<br />

natuurlijk verval, van vernieuwingsdrift, van financiële belangen, van politieke<br />

omwentelingen en van verkeerde kunsthistorische inschattingen. In de meeste gevallen is het<br />

verdwijnen van een monument het gevolg van een combinatie van deze redenen.<br />

Bij oorlogsschade bijvoorbeeld, is meestal maar een bepaald deel van het gebouw verwoest.<br />

Met een omvangrijke restauratie zou zo’n monument in principe volledig hersteld kunnen<br />

worden. Na de Tweede Wereldoorlog hadden veel stadsbesturen echter grootse plannen voor<br />

hun binnenstad. Ze wilden ruim baan voor hun ambitie de stad een nieuw modern aangezicht<br />

te geven. En volgens de destijds populaire stedenbouwkundige inzichten van functie- en<br />

verkeersstroomscheiding, zou een gemoderniseerde stad bovendien beter functioneren dan<br />

een geconserveerd historische stadscentrum. De plannen van de bestuurders waren er dus bij<br />

gebaat als er een aantal in de weg staande monumenten zouden verdwijnen. In dat kader is<br />

menig nog te redden monument, onder het kopje onherstelbaar beschadigd, alsnog met de<br />

grond gelijkgemaakt. De afbraak van de Bijenkorf van Dudok in Rotterdam en het treinstation<br />

van C.H. Peters in Nijmegen zijn voorbeelden van een dergelijke gang van zaken. 102<br />

Soms komt de bevolking in opstand tegen plannen om een monument af te breken. Als dit<br />

verzet tevergeefs is geweest, kan ook dat onderdeel worden in de argumentatie voor een<br />

reconstructie. De afbraak verwordt dan tot een symbool van de gedeelde afkeer tegen de<br />

bestuurlijke besluitvorming, vooral als de sloop een politiek gevoelig onderwerp is geweest.<br />

Er zijn ook gevallen waarbij een gebouw door natuurlijke slijtage zo zwaar in verval is<br />

geraakt, dat sloop nog de enige mogelijkheid is. Hierin zien we de ouderdomswaarde van Riegl<br />

102 In het geval van het station in Nijmegen zijn er een aantal delen bewaard gebleven, die door architect Sybold van<br />

Ravesteyn geïntegreerd zijn in zijn nieuwe stationsgebouw.<br />

72

Hooray! Your file is uploaded and ready to be published.

Saved successfully!

Ooh no, something went wrong!