finalVersion
finalVersion
finalVersion
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
4.2 Fase 5(b): Financiële haalbaarheid<br />
‘Monumenten hebben een toeristische en recreatieve waarde, doordat zij uitnodigen tot<br />
een bezoek aan of wandeling door een plaats’, zo luidt volgens het onderzoek van Ganzeboom<br />
één van de positieve effecten van monumenten. 268 Denslagen buigt deze positieve benadering<br />
om in de meer kritisch geladen constatering, dat bestuurders in ‘onze moderne cultuur van de<br />
marktwerking’ historische architectuur vooral zien als een ‘potentiële bron van inkomsten, al<br />
was het maar als toeristische attractie.’ 269 Kuipers redeneert in dezelfde trant door dat<br />
reconstructies als die van de Donjon en de Haringpakkerstoren toch vooral worden neergezet<br />
als ‘klimtorens voor toeristen.’<br />
Als Boshouwers wordt gevraagd te reageren op het vooruitzicht dat de reconstructie van de<br />
Donjon een toeristische attractie zou kunnen worden, antwoord hij met een welgemeend ‘Nou<br />
en?’ Rietbergen laat zich evenmin afschrikken door dat toekomstbeeld, integendeel: ‘Als de<br />
Donjon toeristen trekt, meteen doen!’ Het arme Nijmegen kan volgens hem elke vorm van<br />
inkomsten goed gebruiken, en de stad is bovendien voor een groot deel afhankelijk van<br />
toerisme. Dat beaamt Roosendaal, maar hij betwijfelt tegelijkertijd of de reconstructie<br />
inderdaad economisch toerisme zal trekken. Hij vermoedt dat het succes van de tijdelijke<br />
replica vooral te danken was aan zijn tijdelijkheid. Cornelissen-Bakker deelt mee in dat<br />
vermoeden. Ze heeft ‘namelijk het gevoel dat de meeste Nijmegenaren, die daar interesse in<br />
hebben, er wel op zijn geweest. En ook toeristen doen dat niet ieder jaar opnieuw.’ Het is<br />
volgens haar dus maar zeer de vraag of er echt mensen zijn die speciaal voor de toren naar<br />
Nijmegen gaan komen. ‘Misschien dat ze inderdaad komen’, zegt Rosendaal gekscherend,<br />
‘maar dan om te kijken wat voor een misser Nijmegen heeft gemaakt als dat ding er eenmaal<br />
staat.’<br />
Of het nu een misser wordt of niet, Rietbergen is er zeker van dat de reconstructie van de<br />
Donjon de stad ‘absoluut aantrekkelijker’ zal maken. 270 Volgens een artikel van Cor Wagenaar,<br />
over de toenemende invloed van de zogeheten beleveniseconomie in de ruimtelijke ordening,<br />
zou hij wel eens gelijk kunnen krijgen. Want, zo schrijft Wagenaar, ‘plekken die meer,<br />
intensievere en meer karakteristieke ervaringen aanbieden zijn aantrekkelijker dan streken<br />
met een minder aanlokkelijke programmering.’ 271 De gemeente Nijmegen is wat dat betreft al<br />
om. Als argument voor de reconstructie noemt de gemeente de toren vol overtuiging een<br />
toeristische trekpleister.<br />
Maar ook wanneer iedereen het er over eens is dat een bepaalde reconstructie kan worden<br />
gezien als een toeristische attractie, zoals bij de Haringpakkerstoren het geval is, blijft er<br />
onenigheid over de vraag of het project nu wel of niet zou moeten plaatsvinden. Zo blij als<br />
voormalig wethouder Frankfurther is ‘met het toenemend inzicht dat de schoonheid van<br />
historische binnenstad (…) bijdraagt aan de toeristische aantrekkingskracht en de<br />
economische bedrijvigheid’, zo groot is de afkeer van Denslagen ten aanzien van de wijze<br />
268 Ganzeboom, H, Beleving van Monumenten, p 9<br />
269 Denslagen (2006), p 5<br />
270 http://www.ans-online.nl/ans-online/05-10/14.html<br />
271 Wagenaar, C., ‘Vlucht uit de werkelijkheid, Belvedere nader bezien’, S&RO, nr. 3 (2003), p 22<br />
151