Mariken
Mariken
Mariken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
163<br />
geplaatst (L. Roose, ‘Dwelck den mensche aldermeest tot consten verwect. De poëtica<br />
der Brabantse rederijkers in 1561’ in Hulde-album Prof. dr. J.F. Vanderheyden, p.<br />
99).<br />
508-513 Rethorijcke en is...: vgl.<br />
Alle dat const genaemt wordt opder aerden,<br />
machmen duer nerstigheydt leeren metter tyt;<br />
maer Rethorica, seer hooge van waerden,<br />
can niemant duer syns selfs crachte aenvaerden;<br />
want tes een gave van Godt gebenedyt<br />
(K. Ruelens, Refereinen en andere gedichten uit de XVIe eeuw, verz. en afgeschr.<br />
door Jan de Bruyne, Antwerpen 1880, dl. 2, pp. 36-7, str. 3, v. 1-5 - refrein van<br />
Amsterdamse red. Egbert Meynert) en:<br />
Lesen/argueren/tellen munten singhen<br />
Tfirmaments bedwinghen/swerlts omringhen<br />
Crijchtmen duer arbeyt mer sonderlinghen<br />
rethorica meest wt der naturen cracht<br />
haren geest verpacht<br />
(Stijevoorts Refereinenbundel, refr. CLXVI, v. 73-77. In de eerste verzen herkent<br />
men achtereenvolgens: grammatica, dialectica, aristmetica, musica, astronomie en<br />
geometrie: vgl. F. Kossmann, ‘Over enige vaktermen en begrippen bij Molinet en<br />
De Casteleyn’ in T.N.T.L. 70 (1952), p. 164). Vgl. v. 512-3 nog met ‘dus concludeeric<br />
voor alle sinnen/dat rethorica bloyt/Bouen alle consten... want goods geest laetse ons<br />
ghewinnen’ (Stijev., refr. LVII, v. 71-4). De opvatting dat vooral retorica een gave<br />
van de H. Geest is, was algemeen verspreid: vgl. Soens, ‘Onuitgegeven gedichten<br />
van Anna Bijns’ in Leuv. Bijdr. 4 (1900-02), refr. XII, pp. 251-3 (vooral str. c, v. 3);<br />
J.J. Mak, De gedichten van Anthonis de Roovere, Zwolle 1955, p. 132 (vooral v.<br />
9-10); Stijev. refr. LVII (ed. Lyna en Van Eeghem, dl. 1, p. 108, v. 5-8; p. 110, v.<br />
58, 74), refr. CLXVI (ed. dl. 2, p. 64, v. 29). Zie vooral L. Roose, ‘Lof van retorica.<br />
De poëtica der rederijkers. Een verkenning’ in Liber Alumnorum Prof. dr. E.<br />
Rombauts, Leuven 1968, p. 116 e.v.<br />
522 Want rethorijcke...: deze regel ook in D: ‘whyle that I must nedes shewe unto<br />
you that poynte of iemotrye than muste ye all kepe our pece & speke no more/for<br />
rethoryke wyll be harde’. Verder blijft ‘rethoryke’ hier geheel aan het tonen van ‘that<br />
poynte of iemotrye’ ondergeschikt.<br />
524-555 O Rethorijcke...: refrein waarvan geen der drie strofen op dezelfde manier<br />
gebouwd is (vgl. Van Mierlo in VMA 1951, p. 177): de eerste strofe heeft binnenrijm,<br />
de tweede kettingrijm, de derde ‘dobbel steerten’ (verdubbeld b-rijm). De prince<br />
heeft een afwijkende stokregel (zelfs ander rijmwoord!). De tweede en derde strofe<br />
hebben hetzelfde rijmschema ababbcbcc. De eerste strofe is onregelmatig: abcabcdee.<br />
Leendertz (p. 301) waagde de volgende reconstructie:<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen