Mariken
Mariken
Mariken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
67<br />
*<br />
[A 6v] houtsnede 3<br />
IV<br />
Die viant die altijt zijn stricken ende netten spreit, haeckende nae die verdoemenis<br />
Proza IV<br />
der sielen, dese woorden hoorende, seyde tot hem selven aldus:<br />
Dat woert werdt mi die siele weerdich! 157<br />
Ick hebbe mi selven toeghemaect rechtveerdich 158158-9<br />
Al waer ick een mensche ende al bi Gods ghedooghe. 159<br />
160 Tes al te passe, sonder mijn een oghe, 160160-161<br />
Die is of si mi uut waer ghesworen.<br />
Wi gheesten en hebben dye macht niet, dats verloren, 162<br />
Ons te volmakene doer gheen bespreck. 163<br />
Altoos es aen ons eenich ghebreck,<br />
165 Tsi aen thoot, aen handen oft aen voeten. 165<br />
[B 1r] Nu willick mijn voiseken wat gaen versoeten 166<br />
Ende spreken so welvallende ende met beschede 167<br />
Dat ick mijnen boel niet en verleede; 168<br />
Ten eersten salmen die vrouwen soetelijc overgaen. 169<br />
* 166 A: versoeken.<br />
168 naar U en S; A: bloe en verseede.<br />
169 A: die die.<br />
Proza IV viant: duivel.<br />
157 Dat woert...: dat woord (de godslastering in v. 156) maakt dat de ziel mij waardig wordt,<br />
door dat woord wordt haar ziel voor mij waardevol (vgl. Van Mierlo in VMA 1951, pp.<br />
163-4). Vgl. v. 188-194 en 414-418. Zie ook Aantekeningen.<br />
158 toeghemaect: opgemaakt, het voorkomen gegeven.<br />
158-9 rechtveerdich al: juist alsof.<br />
159 ende al...: en dat geheel met Gods toestemming. Zie Aantekeningen.<br />
160 te passe: in orde; sonder: behalve.<br />
160-161 Tes al te passe...: zie Aantekeningen.<br />
162 dats verloren: daar is niets aan te doen.<br />
163 doer gheen bespreck: onder geen beding, of, met geen toverformule (bespreken: ‘een<br />
toverformulier uitspreken’, Tinbergen in NTg. 12 (1918), p. 220).<br />
165 thoot: het hoofd (Brabantse vorm).<br />
166 voiseken: stemmetje.<br />
167 welvallende: welgevallig; met beschede: betamelijk.<br />
168 boel: liefje; verleede: mishaag. D heeft eenvoudiger: ‘that I desplease hyr nat’.<br />
169 ten eersten: bij een eerste kennismaking; overgaen: benaderen, aanspreken.<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen