Mariken
Mariken
Mariken
You also want an ePaper? Increase the reach of your titles
YUMPU automatically turns print PDFs into web optimized ePapers that Google loves.
22<br />
de ‘viant’ der mensen, de bewerker van 's mensen ellende, bestaande uit zonde en<br />
straf. Tegen de alomdreigende macht van de Boze is alleen de Kerk ter dege<br />
gewapend. Voor wie deze vlucht-heuvel mist, dreigen de netten en strikken van de<br />
duivel, zoals <strong>Mariken</strong> ondervond toen zij de veilige geborgenheid van haar<br />
oom-priester verliet. Later is de oom echter weer present met zijn exorcisme en op<br />
reis naar Keulen en Rome houdt hij de duivel met het H. Sacrament op afstand.<br />
Trouwens ook tijdens het zondige leven van Emmeken werkte het gebed van de oom<br />
tot Maria als een stille kracht op Moenen in: het belette hem Emmeken de nek te<br />
breken om zo haar zondige ziel eeuwig in de hel te doen branden. Dit is inderdaad<br />
dem ‘genade’ zoals die in M.v.N. en de late Middeleeuwen vaak werd verstaan: Maria<br />
houdt de duivel en dus Gods straffende gerechtigheid tegen. Als bewerker van zonde<br />
en straf is de duivel immers niet alleen de vijand der mensen zonder meer, maar<br />
vooral hun aanklager bij God én de uitvoerder van zijn gerechtvaardigde toorn. De<br />
complexe verhouding van de duivel tegenover God blijkt in M.v.N. uit verschillende<br />
terzijdes en monologen van Moenen én uit het Wagenspel van Masscheroen. De<br />
mensen zondigen maar raak, ze verdienen te worden gestraft: Masscheroen heeft<br />
gelijk. God zal zijn strenge zwaard ‘van iusticien’ op hen neer laten komen en zal<br />
daartoe dood en hel in zijn dienst gebruiken (v. 780-785 en 822-835). Maar daar<br />
smeekt Maria<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen