Mariken
Mariken
Mariken
Create successful ePaper yourself
Turn your PDF publications into a flip-book with our unique Google optimized e-Paper software.
24<br />
kan (v. 1121-22). De dichter van A betrekt dit alleen op Emmekens dankbaarheid<br />
en lofprijzing na het wonder, maar D weet veel beter waar het in dit verhaal voor de<br />
zondige mens om gaat: ‘(Emmekyn... sayd:) O all ye people take a ensample of me<br />
and whyle that ye have laysure & space do pennaunce for your synnes & amend your<br />
wretched lyvyng whyle ye maye have laysure for nowe may ye see howe mercyfull<br />
that god is by me & therfore do pennaunce and pray unto our blessed lady that she<br />
may pray for you that ye may come unto the ioy that is without endynge...’. Terecht<br />
laat de Engelse tekst hier ook de bijzondere rol van Maria uitkomen. De wonderlijke<br />
historie van <strong>Mariken</strong> en Moenen is immers in de eerste plaats een Marialegende en<br />
is als verhaal dan ook het best te vergelijken met exempelen waarin Maria en de<br />
duivel elkaars tegenspelers zijn.<br />
Uit deze algemene tegenstelling is het heel eigen motief van de naamsverandering<br />
te verstaan. Wil <strong>Mariken</strong> met Moenen ‘in ionsten versamen’, dan moet ze haar naam<br />
veranderen. De vrees van de duivel voor de naam van de ‘verwoesteresse der hel’ is<br />
begrijpelijk en stereotiep. In een aantal legenden ziet men hoe ook een ridder,<br />
kardinaal of klerk afziet van sexueel verkeer met een meisje omdat haar naam Maria<br />
blijkt te zijn 28 . Hier schrikken mensen voor een onzuivere relatie met een of ander<br />
‘<strong>Mariken</strong>’ terug uit eerbied voor Maria, niet, zoals de duivel, uit ergernis en vrees.<br />
Maar ook voor het kruisteken siddert en beeft de duivel. Terwijl <strong>Mariken</strong> echter<br />
onmiddellijk op Moenens verzoek het ‘seghenen’ laat, weigert ze uit vrome eerbied<br />
voor Maria haar naam te verloochenen. Vergelijkbare situaties treft men aan in<br />
legenden waarin de duivel een verarmde en bedroefde ridder grote rijkdom belooft<br />
als hij God en zijn geloof wil verzaken, een verzaking waartoe men maar al te graag<br />
bereid blijkt te zijn. Als de duivel echter nog vraagt: ‘ghi moet lochenen die moeder<br />
gods’, komt al gauw het beslissende antwoord: ‘Die lieve moeder gods en wil ic<br />
nymmermeer<br />
28 Vgl. nrs. LVI, CLXXIII, CCCVIII en CCCXIII in De Vooys' Middelnedl. Marialegenden,<br />
dl. 1, p. 108, 384; dl. 2, p. 121 en 132 (zie nog dl. 2, p. lii).<br />
<strong>Mariken</strong> van Nieumeghen